Naar hoofdinhoud Naar footer

Veranderingen in de zorg - Karla en Tonnie

Mireille de Beer is benieuwd naar de gevolgen van de Wmo en de Participatiewet. Ze gaat op onderzoek uit en interviewt mensen die er dagelijks mee te maken hebben. Mensen met verschillende problemen die één ding gemeen hebben: ze zijn afhankelijk van goede zorg en ondersteuning. Lees deel 2: Karla en Tonnie.

Karla is als baby geadopteerd. Haar adoptiemoeder is overleden toen zij 15 was. Met haar vader kon ze niet goed overweg. Ze is weggelopen en kwam in de crisisopvang terecht. Karla heeft een lichte lichamelijke beperking waardoor ze soms wat moeilijk loopt. Daarnaast heeft ze een psychische beperking. In het verleden heeft ze last gehad van psychoses en depressieve buien. Karla is 36.

Tonnie heeft een visuele beperking. Vanaf zijn 8e heeft hij in een blindeninstituut gewoond. Hij kom uit een gezin van 12 kinderen. De helft is uit huis geplaatst omdat zijn ouders het niet aankonden. Hij heeft daardoor veel moeten missen en liep een behoorlijke achterstand op. Hij kwam ook pas laat in contact met Karla. Tonnie is nu 55.

Karla en Tonnie zijn getrouwd en wonen in Vught. Karla werkt bij Weener XL, Tonnie bij de WSD-groep, een organisatie die mensen met een beperking helpt bij het vinden van werk. Samen zitten ze in een commissie die zich inzet voor eenvoudige taal. Tonnie is actief in de werkgroep VN-verdrag.

Ondersteuning

Karla krijgt nu 3 uur per week intensieve begeleiding aan huis. Ook bij gesprekken op haar werk of bij de huisarts krijgt ze ondersteuning. Daarnaast krijgt ze 2.5 uur per week huishoudelijke hulp. Dat was 3,5 uur, maar de gemeente heeft dat teruggeschroefd. Het huishouden kost Karla veel energie. Tonnie heeft minder ondersteuning nodig: een uurtje per week. Hij krijgt dan hulp bij de financiën en met de computer. Tonnie heeft veel dingen opzij gezet om het Karla naar de zin te maken. Hij heeft bijvoorbeeld het dansen opgegeven. Nu doet hij er alles aan die dingen weer terug te krijgen. Hij heeft vaak het gevoel dat hij een stempel heeft. Er wordt anders naar je gekeken omdat je bij de WSW werkt.

Werk

Tonnie werkt op dit moment als schoonmaker in het gemeentehuis. Dat is vaak lastig, omdat hij niet goed kan zien. Maar door de Participatiewet heeft hij niet veel keuze. Hij vindt dat hij te laag is ingeschaald. Zijn werkgever krijgt subsidie voor hem, met andere woorden: ze verdienen aan hem. Karla werkt 20 uur in de week aan de lopende band. Ze maakt servetten. Karla heeft snel last van te veel prikkels, waardoor ze niet in een gewoon bedrijf kan werken. Als het te druk is of ze krijgt te veel informatie tegelijk, dan gaat het mis.

Veranderingen

Karla vindt het lastig dat ze minder begeleiding krijgt. Bovendien gaat haar vaste begeleider met zwangerschapsverlof. Al met al veel veranderingen en daar heeft ze moeite mee. De afstand tussen cliënt en begeleiding is groter en ook het tempo ligt hoger. Dat geeft veel stress. Tonnie vindt dat besluiten over hen te vaak achter het bureau genomen worden. Ook heeft hij het gevoel dat hij wordt benadeeld doordat hij vaak hoge kosten heeft voor zijn bril. Dat alles geeft veel onrust.

Het keukentafelgesprek

Karla’s keukentafelgesprek vond plaats bij haar thuis. Haar begeleidster was erbij. Ze vond het heel stressvol, ook al omdat ze onverwacht met zijn tweeën kwamen. Maar het gesprek verliep goed. Het was wel duidelijk waarom ze begeleiding nodig heeft. Tonnies gesprek vond plaats op het gemeentehuis. Hij had het gevoel niet begrepen te worden en vond het een moeilijk gesprek.

Tips van Karla en Tonnie

Voor de gemeente:

  • Zet ervaringsdeskundigen in tijdens het keukentafelgesprek.
  • Zorg dat er genoeg middelen zijn om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen.
  • Zorg voor gelijkwaardigheid.
  • Zorg ervoor dat mensen met een beperking mee kunnen doen in de samenleving.

Voor de politiek:

  • Ga op huisbezoek bij de mensen.
  • Kijk goed wat er leeft. 
  • Laat mensen merken dat hun mening belangrijk is.

Meer verhalen uit de praktijk

Deel deze pagina via:

Contactpersonen