Wederkerigheid is de sleutel van ’t Kompas op Zuid
Gepubliceerd op: 13-11-2024
In het gemengd wonen-project ’t Kompas op Zuid in Tilburg werken professionals uit zorg, welzijn en woningbouw samen met de bewoners van het complex, mensen met en zonder zorgvraag. Ze vormen met elkaar een gemeenschap waarin ze naar elkaar omkijken en elkaar helpen waar nodig. Ontschotting op meerdere fronten dus. Hoe werkt dat in de praktijk? Dit is het derde verhaal van een reeks van drie verhalen over regionale samenwerking bij ’t Kompas op Zuid.
Programma RegioKracht in de zorg
Ambulantisering van de gehandicaptenzorg is benoemd in Kanslijn 4 van het Transitieakkoord toekomstbestendige gehandicaptenzorg. Vilans ziet mogelijkheden om hierin domeinoverstijgend op te trekken. Met het programma ‘RegioKracht in de zorg’ richten we ons op het versnellen van de transitie die nodig is om zorg en ondersteuning aan ouderen en mensen met een beperking toegankelijk te houden. We ondersteunen zorginkopers, bestuurders en programmamanagers bij het ontwikkelen van duurzame, regionale samenwerking. In een reeks van drie verhalen wordt belicht hoe die samenwerking bij ’t Kompas op Zuid tot stand kwam in drie onderscheiden fasen: aanloop, ontwikkeling en praktijk. Het eerste verhaal gaat over hoe de partijen bij en tot elkaar kwamen in de aanloopfase. Dit is het derde verhaal: hoe gaat deze samenwerking in de praktijk?
‘Op een van de verdiepingen heeft bijna iedereen zijn voordeur open staan. Dat is geen meetbaar resultaat, maar het zegt wel iets over het gevoel van vertrouwen. Mensen lopen makkelijk bij elkaar binnen.’ Aan het woord is Rob Haen, die als projectleider van welzijnsorganisatie ContourdeTwern professionals van ’t Kompas op Zuid adviseerde en coachte in community building.
In het Tilburgse complex wonen mensen met een licht verstandelijke beperking of psychische kwetsbaarheid samen met mensen die met spoed een huis nodig hebben. Begin 2024 zijn de 96 flexwoningen opgeleverd. ‘Van begin af aan valt op dat bewoners elkaar helpen en samen dingen ondernemen’, aldus Rob. ‘Er is bijvoorbeeld een ‘‘chillgroep’’ van zo’n 25 bewoners. Ze zitten samen in de tuin en gaan er samen op uit. Vanuit het oude denken zou je zeggen: wij moet als begeleiders een wandel- of tuinclubje opzetten. In plaats daarvan hebben we de omstandigheden zo ingericht dat dit soort dingen ontstaan vanuit de bewoners.’
Professionals met verschillende achtergronden
Dat is dan ook precies het idee van ’t Kompas op Zuid: een prettige woonomgeving creëren waar iedereen zichzelf mag zijn en waar informele hulp vanzelfsprekend is. Een kernteam ondersteunt de bewoners bij dit gezamenlijke doel. Dat team bestaat uit een sociaal beheerder van woningbouwcorporatie Tiwos, een community builder van welzijnsorganisatie ContourdeTwern en zorgprofessionals van Prisma (gehandicaptenzorg), Traverse (maatschappelijke opvang dak- en thuislozen) en RIBW Brabant (maatschappelijke ggz). De medewerkers van het kernteam zijn afwisselend aanwezig in het complex. Hoe werkt dat, professionals met verschillende achtergronden samen op de werkvloer?
Clustermanager Miranda Hanegraaf van RIBW Brabant vertelt: ‘Nog voor de bouw begon, hebben alle betrokken partijen met elkaar het concept neergezet. We geloven allemaal in de visie dat gemengd wonen voor veel mensen goed is. Voor mensen met een licht verstandelijke beperking is het een vorm tussen intramurale zorg en wonen in de wijk. Mensen met een psychische kwetsbaarheid kunnen hier vanuit herstel een weg terugvinden naar de maatschappij. En spoedzoekers die graag iets in wederkerigheid willen betekenen vinden hier precies dat. Wederkerigheid is wel de sleutel van ’t Kompas op Zuid.’
Zorg en aandacht van het kernteam
‘Het concept heeft echt meerwaarde voor kwetsbare mensen’, vindt ook accountmanager Marion Creemers van Prisma. ‘Dat verbindt ons, ook toen in de praktijk zaken anders waren dan verwacht. Zo was bij de start van ’t Kompas de intentie dat 60% van de woningen bewoond zou worden door spoedzoekers en 40% door mensen met een zorgindicatie. Maar spoedzoekers bleken vaak zo hun eigen problemen en soms ook een indicatie te hebben. Of op z’n minst behoefte aan aandacht en zorg. Die behoefte hebben we van tevoren niet goed ingeschat. Het team heeft het gelukkig goed kunnen opvangen.’
‘Het is heel logisch dat ook reguliere huurders zorg en aandacht krijgen van het locatieteam’, zegt Rob. ‘De medewerkers krijgen een persoonlijke band met alle bewoners, ongeacht of ze een indicatie hebben of niet. Misschien leidt dat even tot extra vraag naar zorg en welzijn. Maar mensen met een zorgindicatie hebben waarschijnlijk juist minder zorg nodig, doordat er bredere opvang is en doordat ze een fijne woonomgeving hebben. Bij die groep gaat de spiraal juist de andere kant op.’
Het concept heeft echt meerwaarde voor kwetsbare mensen.
Cultuurverandering bij bewoners en professionals
‘Het mooie is dat de achtergrond van de huurders van ’t Kompas er niet meer toe doet’, aldus beleidsadviseur Dimphy Voermans van woningbouwcorporatie Tiwos. ‘En ook binnen het kernteam werken de professionals over de grenzen van hun domein. De sociaal beheerder van Tiwos is geen hulpverlener en de zorgprofessionals zijn geen huisbaas. Maar de bewoners moeten wel bij iedereen met hun vragen terecht kunnen. Medewerkers van het kernteam doen samen wat nodig is.’
Dat laatste geldt ook overigens ook voor bewoners. ‘We willen dat mensen eigenaarschap voelen over hun woning en het complex’, aldus Rob. ‘Dat ze bijvoorbeeld het complex schoonhouden, niet omdat het is afgesproken, maar omdat ze een schone woonomgeving fijn vinden. We streven een cultuurverandering na, van individueel naar collectief. Daarbij kijken we naar de ogenschijnlijk kleine successen – mensen die zeggen: “Ik voel me hier fijn, ik word gezien, ik doe ertoe.“ Het gaat erom dat we de waarde van deze kleine dingen inzien.’
De cultuurverandering betrof ook de zorgprofessionals op de werkvloer. Malou Deenen van dak- en thuislozenopvang Traverse: ‘Onze medewerkers moesten leren om op hun handen te zitten. Hulpverleners willen hulpverlenen, ze willen het overnemen. Maar nu moeten ze eerst aan bewoner vragen: kun je bij de buurman aanbellen, kun je zelf iets organiseren? Het locatieteam pakt de opdracht heel goed op. Ze houden de visie vast, ook als het een keer lastig wordt of niet meteen tot zichtbaar resultaat leidt.’
Geen verplichte uitstroom
Niet meteen zichtbaar resultaat. Dat klinkt misschien niet als de opbrengst die gemeente en zorgkantoor verwachtten toen zij groen licht – en extra financiering – gaven voor de opzet van ’t Kompas op Zuid. ‘De business case is inderdaad gebouwd op afschaling van de zorg, maar daarvoor krijgen we wel de tijd’, aldus Marion Creemers. ‘Verder hebben we bij ’t Kompas ervoor gekozen dat mensen daar langdurig kunnen blijven wonen. Als bij een bewoner de zorg afgeschaald kan worden, kan hij nog wel in de community blijven. Zo kunnen bewoners met een zorgindicatie het beter redden dan wanneer ze verplicht moeten uitstromen.’
Drie verschillende financieringsvormen
Het gemengd wonen-project ’t Kompas op Zuid wordt op drie verschillende manieren gefinancierd:
- Met de Wlz-financiering op verblijf, die verzilverd wordt in een leveringsvorm van vpt. Dat betekent dat de cliënt zelfstandig huurt en dat hij of zij de zorg afneemt van Prisma, Traverse of RIBW Brabant
- Via Wmo Beschermd wonen
- Via Wmo Begeleiding
De lumpsum voor de laatste twee ligt bij Siem, het samenwerkingsverband dat zorg en welzijn uitvoert voor de gemeenten van de regio Hart van Brabant, met een aanvullende subsidie van de gemeente Tilburg voor ontwikkeling van het concept, trainingen en de inrichting van gemeenschappelijke ruimte. Alles over de businesscase lees je in het eerste verhaal van deze reeks.
Werken aan een duurzame community
Dat bewoners niet verplicht uitstromen, wil niet zeggen dat er helemaal niet aan doorstroom wordt gewerkt. ‘Je biedt een kwetsbare bewoner of spoedzoeker een plekje en je hoopt dat dat een tussenfase is en niet een eindstation’, aldus Malou. ‘Je hoopt dat ze een volgende stap kunnen maken. Daarin moeten we een balans vinden: hoe behouden we doorstroom zonder dat mensen denken: ik moet hier meteen weer weg. Een duurzame community opbouwen, daar gaat het om.’
Dimphy Voermans van Tiwos ziet dat veel mensen graag zo’n duurzame community willen: ‘Mensen zijn steeds meer op zoek naar buren, naar echt contact met elkaar. Bij ‘t Kompas op Zuid zagen we dat al bij de eerste dag van de verhuizing, bewoners gingen direct elkaar helpen met sjouwen. Hoeveel het concept gaat schelen in zorguren, weet ik niet, maar het betekent in ieder geval een grote stap vooruit in kwaliteit van wonen van deze bewoners.’
Belang van motivatiegesprekken
De eerste periode van ’t Kompas op Zuid is dus een succes. Hoe bestendig je dat succes? ‘Motivatiegesprekken voeren blijft belangrijk”, aldus Malou. ‘Nieuwe bewoners moeten echt kiezen voor dit concept en huidige bewoners moeten het blijven uitdragen. Dat geldt ook bij wisseling van personeel, je moet zorgen dat het nieuwe personeel meegaat in de visie. Dan zie ik dat het succes van ‘t Kompas op Zuid zich doorzet. Dan verdwijnen niet alleen de schotten tussen welzijn, gehandicaptenzorg en daklozenopvang, maar ook tussen kwetsbare en reguliere bewoners. Zo dragen we echt bij aan transformatie van de zorg.’
Met projecten als ’t Kompas op Zuid verdwijnen niet alleen de schotten tussen welzijn, gehandicaptenzorg en daklozenopvang, maar ook tussen kwetsbare en reguliere bewoners.