Naar hoofdinhoud Naar footer

Behoefteonderzoek helpt kansen signaleren voor E-health

YouTube video thumbnail

De nieuwe woonlocatie De Klokkenbelt is bedoeld voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Nina: ‘Vooral voor deze groep is eigen regie belangrijk. Zij kunnen zich nog herinneringen hoe hun leven was voor NAH.’ Nina deed onderzoek naar wat de behoeftes zijn van deze groep om een passende technologische oplossing te vinden daarvoor. De Innovatie-impuls Gehandicaptenzorg (IIG), waar InteraktContour aan deelneemt, helpt met het implementeren van de technologie. Met IIG wil het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) het makkelijker maken voor cliënten en zorgverleners om technologie toe te passen.

Waar droom je nog van?

Nina: ‘Voor het behoefteonderzoek heb ik met nacht- en dagdiensten meegelopen. Door er echt bij te zijn, krijg je een betere indruk. Ook heb ik gesprekken gehad met cliënten, begeleiders en familieleden. Hierbij ben ik echt meer ingegaan op behoeftes van cliënten. Zo van: “Hoe ziet jouw dag eruit? Waar loop je tegenaan? Zijn er dingen die je nu niet kan? Kan een hulpmiddel je daarbij helpen? Waar droom je nog van?”’

‘Er bestaan veel hulpmiddelen voor ADL’

Er zijn Nina een aantal dingen opgevallen. ‘Veel medewerkers zijn veel tijd kwijt met ADL-zorg. Terwijl je daar toch echt veel hulpmiddelen voor hebt die daarbij kunnen ondersteunen. Een spoeltoilet kan iemand helpen om zelfstandig naar de wc te gaan. Een doucheföhn blaast je droog als je daarvoor gaat staan. Dat kan ervoor zorgen dat iemand met NAH zelf kan douchen wanneer hij/zij dat wil. Een hulpmiddel kan ook al iets simpels zijn als een tandpastadispenser. Dat kost misschien twee tientjes. Maar voor iemand die zijn hand niet goed kan gebruiken, scheelt dat dan heel veel.’

‘Het mag niet ten koste gaan van persoonlijk contact’

Bewoner Arjan Schutte maakt gebruik van de tandpastadispenser, het spoeltoilet en de automatische gordijnen. Ook heeft hij een oproepsysteem waar afbeeldingen op staan. Arjan: ‘Als ik hulp nodig heb bij het aantrekken van mijn jas, druk ik op “jas aantrekken”. Dat werkt lekker snel. Ik hoef het de begeleider dan niet steeds uit te leggen. Ik vind e-health goed werken als je daardoor meer zelfstandig kan zijn. De e-health die ik nu gebruik, helpt me daarbij. Ik zou bijvoorbeeld liever nog geen robot willen die mijn jas aan komt doen. De inzet van e-health mag niet ten koste gaan van het persoonlijk contact.’

Meer mogelijk dan medewerkers denken

E-health kan cliënten dus helpen bij meer zelfstandigheid. Medewerkers kennen alleen vaak de mogelijkheden onvoldoende. Nina: ‘Een medewerker denkt wellicht van: “Dit is wat de bewoner wel kan en dit niet. En de dingen die hij/zij niet kan, daar help ik bij.” Dat is ook logisch omdat dat onderdeel is van hun vak. Toch scheelt het dan dat ik mee kan kijken. Zo kan ik ze wijzen op alle mogelijkheden.’ 

E-health wordt niet altijd herkend

Nina merkt dat implementatie wel om een stukje gedragsaanpassing vraagt. Het werkt dan ook goed om de technologie met de medewerkers te oefenen. ‘Wij zijn daar eigenlijk te laat mee begonnen. Mensen raken soms in paniek als even iets anders gaat dan normaal. Dan scheelt het als je dat een keer samen geoefend hebt. Sommige technologie is ook al heel normaal geworden. Bijvoorbeeld elektrische gordijnrails en verlichting. Bewoners gebruiken dat nu dagelijks en kijken hier niet meer raar van op.'

‘Taakhouders zijn nodig voor succesvolle inzet’

InteraktContour heeft de implementatie van de technologie inmiddels bij één locatie afgerond. Ze gaan nu aan de slag met de andere teams. Nina: ‘We zijn daarnaast gestart met taakhouders voor de implementatie. Zij krijgen daarvoor twaalf uur per week. Je hebt voor zoiets toch wel specialisatie nodig. Vaak moet een gewone medewerker zo’n twee keer per jaar een apparaat instellen. Na een half jaar, moet je je daar dan opnieuw in verdiepen. Terwijl taakhouders die dingen vaker en daardoor makkelijker weten te doen.’

Ook met een behoefteonderzoek aan de slag? Dit zijn de tips van Nina

  1. Ga vooral in gesprek met cliënten zelf wanneer dat mogelijk is. Zij kunnen natuurlijk het beste aangeven waar zij behoefte aan hebben.
  2. Loop echt mee met medewerkers. Wees verbaasd over wat je ziet en hoort. Zo krijg je meer informatie in waar technologie behulpzaam bij kan zijn. Medewerkers hebben namelijk niet altijd in de gaten waar het efficiënter kan. Dit omdat ze al jaren zo werken. In een gesprek zullen zij dit dan ook niet snel aangeven. 
  3. Oefen de technologie met medewerkers. Dit voorkomt dat zij in paniek raken als iets anders gaat dan normaal. InteraktContour heeft daarbij ook e-Learnings voor medewerkers ontwikkeld. 
  4. Loop vooral ook mee met een nachtdienst. Tijdens zo’n dienst ben je met z’n tweeën of drieën en is er vaak meer ruimte voor een goed gesprek. Dit geeft ander soort informatie dan je overdag zou horen. 
  5. Ga ook met mensen in gesprek die meer indirect met cliënten te maken hebben. Bijvoorbeeld de zorgassistent, of de kok die samen met een cliënt kookt. Omdat zij meer informele gesprekken hebben, hebben zij weer een andere kijk op behoeftes. 
  6. Betrek ook naasten. Zij kennen iemand al heel lang. Bijvoorbeeld ook hoe die persoon was voor het hersenletsel. Ook vinden zij het soms leuk om mee te helpen met de technologie. Zo stelt een broer van een cliënt bij InteraktContour een hulprobot voor zijn zus in.

Deel deze pagina via: