Organisaties enthousiast over onderzoek naar toegevoegde waarde zorgtechnologie
Gepubliceerd op: 26-07-2021
Wat voegt technologie toe voor cliënten, hun naasten en zorgmedewerkers? Team onderzoek van de Innovatie-impuls ging dat praktijkgericht onderzoeken, dus echt samen met de deelnemers. De metingen en resultaten helpen bij de implementatiekeuzes. ‘Organisaties zijn blij met de inzichten die ze al in het proces hebben gekregen!’, vertelt Agnes van der Poel, coördinator onderzoek. Dus hoe werkt praktijkgericht onderzoek? Waarom is het belangrijk en wat levert het op?
‘Het begint met een probleem waar zorgorganisaties in hun dagelijkse praktijk tegenaan lopen. Binnen praktijkgericht onderzoek ga je daar op doorvragen om de vraag erachter helder te krijgen. Dan schrijf je een onderzoeksvraag. Op die praktijk wil je met het onderzoek namelijk goed aansluiten’, licht Nienke Siebelink toe. Zij is een van de vijf onderzoeksleiders.
Samen een onderzoeksplan maken
‘Samen met deze organisaties ga je nauw samenwerken en kom je eerst tot een onderzoeksplan. In dat plan staat wat de organisatie met technologie wil bereiken, voor wie en waarom. En hoe we dat met elkaar gaan aanpakken.’
De uitkomsten moeten te gebruiken zijn
‘Het doel van het onderzoek is dat de organisaties de uitkomsten echt kunnen gebruiken. Dat uit het onderzoek mogelijk een oplossing komt voor het probleem dat ze hebben. Bijvoorbeeld dat bepaalde zorgtechnologie cliënten echt helpt om zelfredzamer te zijn of om sociaal contact makkelijker te maken. Daarom toetsen we tussendoor vaak of we nog op de goede weg zitten.
Het onderzoek kan ook laten zien dat bepaalde zorgtechnologie geen oplossing is, omdat het bijvoorbeeld voor cliënten niet (goed) werkt in de praktijk. Dat is ook een belangrijk inzicht. Dan kun je op zoek naar een andere oplossing.’
Onderzoeksplan maken sluit aan op de praktijk
Agnes: ‘Het verschilt wel hoe de onderzoeksplannen zijn geschreven. Ook al bestaan alle plannen uit zeven basisstappen die we als onderzoeksteam hebben beschreven.
De ene organisatie, zoals De Lichtenvoorde, organiseerde een co-creatiesessie. Daar deden bestuursleden, zorgmedewerkers, collega’s met diverse functies en een ervaringsdeskundige aan mee voor een breed draagvlak. Projectleider Ralph Pierik en Nienke leidden deze sessie. Gezamenlijk kwam daar een onderzoeksplan uit.
Bij andere organisaties verliep dat anders. Een onderzoeker legde dan bijvoorbeeld de zeven stappen uit aan de projectleider en die ging daar eerst zelfstandig intern mee aan de slag. Zo kijk je samen welke aanpak het beste past.’
‘Vanwege corona konden de onderzoekers daarna niet zelf interviews gaan doen. Zeker niet bij cliënten. Dat deden de organisaties dan zelf. Het voordeel daarvan was dat ze direct konden horen wat cliënten echt vonden en wilden. Dat was soms anders dan medewerkers hadden verwacht. Dat gaf ze al heel veel inzichten.
Eerst zagen sommige organisaties wel op tegen het werk, maar toen ze het belang begrepen, werden ze enthousiast’, vertelt Agnes.
Waarom is praktijkgericht onderzoek belangrijk?
Nienke: ‘Het belang is dat je via onderzoek antwoord probeert te geven op vragen die nu spelen in de organisatie. En dat je bijdraagt aan het implementeren van technologie voor langere tijd. Dus dat cliënten en zorgmedewerkers er ook in de toekomst nog steeds veel aan hebben.
Daarnaast draag je bij aan het kunnen verantwoorden van de keuze voor een technologie, omdat je metingen doet of de technologie echt helpt of niet. Ook helpt praktijkgericht onderzoek met breder kennis kunnen delen. In ieder geval binnen de organisatie, zodat de kennis niet alleen in de hoofden van mensen blijft. En als het kan ook breder binnen de sector.’
Mooie lessen uit de samenwerking
‘Soms wilden organisaties in hun enthousiasme veel onderzoekstools inzetten. Dat is alleen echt te veel werk voor ze. Dus samen met hen probeerden we daarin keuzes te maken en soms tools samen te voegen. Achteraf zie je natuurlijk nog beter wat je verder had kunnen samenvoegen voor een efficiënter proces’, vertelt Agnes.
‘Het samenwerken met organisaties vond ik heel leuk,’ zegt Nienke, ‘omdat ik dan meekrijg hoe het in de praktijk gaat. Het vraagt wel om een balans vinden in zelf regie houden en hen verantwoordelijkheden geven voor het ophalen van de informatie. Verder moet je ook werken met wat je krijgt, want soms zijn bijvoorbeeld niet alle vragen- of observatielijsten helemaal ingevuld.
Ook het werken met EdLoket bij Amerpoort vond ik leerzaam. Ervaringsdeskundigen kijken dan mee of bijvoorbeeld vragen duidelijk zijn voor cliënten. Ze lezen de vragen hardop voor en dan hoor je meteen waar ze vastlopen of wat moeilijke woorden zijn. Een mooie manier om bewust te worden hoe je als onderzoeker beter uit kunt leggen in begrijpelijke woorden en zinnen. Dat draagt allemaal bij aan cliënten kunnen helpen’.
Agnes: ‘Bij sommige cliënten werkt het ook niet goed om met vragenlijsten te werken. Ze kunnen zich niet goed uitdrukken in woorden of zijn meer bezig met of ze goede of foute antwoorden geven. Dat is voor hen niet fijn en wij krijgen geen goed beeld. Voor hen hebben we een onderzoeksbox gemaakt, zodat ze op verschillende manieren en meer spelenderwijs kunnen aangeven wat ze vinden van het gebruik van de technologie.
Ik ben er heel trots op dat zoveel organisaties meewerkten. Het voelde echt als samen en niet dat wij van onderzoek hen gingen vertellen wat zij “moesten” doen. Daardoor was er ook veel enthousiasme!’
Tip voor organisaties die met praktijkgericht onderzoek aan de slag willen
Kijk of je bij een academische werkplaats kunt aansluiten of een andere club die onderzoek doet. Ga niet in je eentje onderzoek doen. Iemand van buitenaf kan makkelijker kritisch zijn en durft alles te bevragen. Je hebt vaak meer aannames dan je denkt.
Het project Innovatie-impuls is onderdeel van het programma Volwaardig Leven van het ministerie van VWS en wordt gecoördineerd en uitgevoerd door Academy Het Dorp en Vilans.Bij andere organisaties verliep dat anders. Een onderzoeker legde dan bijvoorbeeld de zeven stappen uit aan de projectleider en die ging daar eerst zelfstandig intern mee aan de slag. Zo kijk je samen welke aanpak het beste past.’
Downloads