Hoe lang wordt de methode al gebruikt?
De organisatie werkt nu ongeveer zeven jaar volgens dit systeem, waarbij er steeds wordt doorontwikkeld. De training Omgaan met gedragsproblematiek bestaat al ongeveer 20 jaar en is nog steeds in ontwikkeling. Zo ontstaan er steeds nieuwe leergangen, bijvoorbeeld de leergang Niet-aangeboren hersenletsel (NAH).
Hoe vaak wordt de methode gebruikt en wat is de doelgroep?
De basistraining wordt gegeven aan alle medewerkers voordat ze de werkvloer opgaan (mits ze werkzaam zijn binnen de intensieve ondersteuning en de specialistische zorg). Fysieke trainingen worden volgens een vast stramien (op maat) gegeven aan medewerkers die werken op groepen waar agressie voorkomt. Deze groepen kunnen in overleg met de manager ook extra trainingen inkopen als dat nodig is. Vervolgtrainingen zijn verplicht voor werknemers die op bepaalde groepen werken. De leergang Omgaan met Gedragsproblematiek wordt zeven tot acht keer per jaar gegeven. Coaching op de werkvloer vindt voortdurend plaats.
Wordt er geëvalueerd en wat komt daaruit?
Elke training wordt geëvalueerd. Omdat de trainers zelf in het primaire proces werken en/of veel op de groepen komen, kunnen zij goed kijken of het geleerde goed is aangekomen en daarop eventueel bijsturen. Ook koppelen trainers de resultaten terug naar de adviseurs van de Academie van de organisatie die gesprekken voeren met de managers. Soms vinden er naar aanleiding van trainingen of coaching aanpassingen in de ruimtes plaats, zodat het werken veiliger wordt. De evaluatieresultaten worden nog niet altijd systematisch vastgelegd.
Is de methode wetenschappelijk onderbouwd?
Voor de theoretische inhoud van de trainingen en de coaching wordt gebruik gemaakt van wetenschappelijke inzichten, zoals onderzoeken, bijscholing en trainingen voor docenten en trainers. De organisatie haalt ook informatie op bij andere instellingen.
Wat zijn benodigde investeringen?
De investering bestaat vooral uit de uren voor de trainers en bijscholing van de docenten en trainers. Daarnaast heeft de organisatie diverse locaties waar fysieke trainingen kunnen worden gegeven en materialen, zoals stootkussens, borgingsmaterialen, etc.
Welke randvoorwaarden zijn te benoemen?
Er moet vooral geïnvesteerd worden in tijd. Trainers, maar ook de medewerkers, moeten tijd krijgen om de trainingen te mogen volgen en tijd om tijdens de coaching op de werkplek een-op-een met een medewerker te kunnen gaan zitten om zaken door te spreken.
Welke praktische hulpmiddelen worden gebruikt?
Locaties en materialen, zoals stootkussens, borgingsmaterialen, waaiers waarin men snel een bepaalde begeleidingswijze kan opzoeken, foto- en filmprotocollen, een VR-bril en de slimme bril.
Welke trainers, coaches of cursussen zijn beschikbaar?
De Academie van de organisatie heeft een aantal trainers die zich bezighouden met mentale/fysieke weerbaarheid. Zij werken allemaal ook nog voor een deel in het primaire proces, roulerend over groepen. Daarmee blijven deze trainers met de voeten in de klei staan, kunnen zij coachen op de werkvloer en doordat ze veel verschillende groepen zien, input verzamelen voor de trainingen. Daarnaast heeft de organisatie 16 medewerkers die op groepen werken en als neventaak trainer fysieke, en sommige ook mentale weerbaarheid zijn voor vier uur per week. Zij staan op vaste groepen en zijn daarmee meteen ook buddy voor het personeel tijdens het werk. Deze medewerkers zijn opgeleid door de trainers van de Academie.
Wat zijn voordelen van de methode?
Deze methode sluit enorm aan op de vragen die spelen in de praktijk en dat wordt als erg prettig ervaren door de medewerkers. Ook het feit dat de trainers veelal werkzaam zijn in de praktijk wordt als een groot voordeel gezien. Leren door te kijken, na te doen, te doen en uiteindelijk uit te leggen aan een collega levert het meeste leerrendement op.
Wat zijn nadelen van de methode?
Omdat er zoveel betrokkenen zijn (tot de senioren en het management van de groepen aan toe) is het soms lastig om iedereen bij elkaar te krijgen om zaken te bespreken.
Waar is men het meest trots op bij het toepassen van de methode?
De organisatie is er het meest trots op dat er bij medewerkers bewustwording (herkenning) gecreëerd is na de trainingen, dat zij het voornemen hebben om zaken anders aan te pakken (erkenning) en dat dat ook lukt in de praktijk.
Wat zijn verbetermogelijkheden?
De organisatie zou niet alleen moeten evalueren op het moment zelf, maar ook een paar weken na een training of coaching een reflectiemoment in moeten plannen om te bezien of de transfer daadwerkelijk heeft plaats gevonden naar de praktijk. De tijd hiervoor ontbreekt vaak.
Daarnaast zou men graag meer gaan werken met performance support. Men wil meer filmpjes en animaties die medewerkers op het moment dat zij het nodig hebben even kunnen raadplegen om te kijken hoe het ook alweer zat.
Wordt de methode ook elders toegepast? Op welke schaal?
Het programma dat binnen de organisatie gehanteerd wordt is zeer uitgebreid. Tevens blijft de organisatie zichzelf ontwikkelen. Nieuwe inzichten worden in de praktijk ingevlochten. Dat is nog niet binnen alle instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking zo geregeld.
Suggesties voor andere organisaties die aan de slag willen met deze methode
Denk na over je visie op weerbaarheid en sluit de opzet van je programma hierop aan. Begin klein en breid het daarna uit. Zorg voor goede facilitering in tijd, zowel voor medewerkers, trainers als coaches.