Verandering in gedrag indicatie dementie bij mensen met downsyndroom
Gepubliceerd op: 29-11-2017
Gedragsverandering bij mensen met het downsyndroom zijn vroege signalen voor naderende dementie. Dit blijkt uit onderzoek van Alain Dekker (hersenonderzoeker van het UMCG) die in november promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Zijn studie is de eerste grootschalige studie naar dergelijke gedragsveranderingen bij mensen met downsyndroom.
Dementie bij mensen met verstandelijke beperking
Dementie is één van de belangrijkste uitdagingen in de hedendaagse zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Mensen met het syndroom van Down hebben een bijzonder hoog genetisch risico op de ziekte van Alzheimer: 50-80% ontwikkelt de ziekte.
Onderzoek
In zijn onderzoek ging Alain Dekker samen met neuroloog Peter De Deyn gedragsveranderingen na bij 281 personen met downsyndroom. Daarbij ging hij bij mensen met en zonder dementie na in hoeverre zij dementie-gerelateerde gedragsveranderingen vertoonden. Hij maakte een vergelijking tussen karakteristiek gedrag (zie onderstaand 12 soorten) in het verleden met het gedrag van de laatste zes maanden, om vervolgens een verandering in frequentie en ernst te berekenen.
- Angst en nervositeit
- Slaapproblemen
- Prikkelbaarheid
- Koppigheid
- Agitatie en stereotiep gedrag
- Agressie
- Apathie en spontaniteitsverlies
- Depressieve kenmerken
- Waanideeën
- Hallucinaties
- Ontremd en seksueel gedrag
- Eet- en drinkgedrag
Resultaten onderzoek
- Toename in symptomen van angst, apathie en depressieve kenmerken kan wijzen op naderende dementie bij mensen met het downsyndroom
- Vroegtijdige herkenning van dementie bij mensen met het downsyndroom zijn van het grootste belang om de zorg aan te passen en gerichte behandelingen te bieden om hun kwaliteit van leven te verbeteren.
- Bepaalde gedragsveranderingen zijn aanwezig voordat de diagnose dementie wordt gesteld.
- Toename is het hoogst in de downgroep met dementie
- Toename is het laagst in de downgroep groep zonder dementie
- Een groep met twijfelachtige dementie liet een duidelijke toename zien in angst, apathie en depressieve kenmerken.
Dekker benadrukt het belang dat signalen van dementie bij mensen met downsyndroom zo vroeg mogelijk worden herkend: ‘Dan kan de individuele zorg aangepast worden en gerichte behandelingen geboden worden. Hiermee kan de kwaliteit van hun leven verbeteren of behouden blijven en de lasten voor hun familieleden en begeleiders verlichten”.