Pak probleemgedrag aan door de context te begrijpen

Het ecologisch model beschrijft dat de omgeving van een cliënt bestaat uit vijf ‘systemen’, die allemaal met elkaar verbonden zijn. Je kunt deze vijf systemen vergelijken met de lagen van een ui. Elke laag heeft invloed op de andere lagen en ze staan in verbinding met elkaar. De vijf systemen zijn: ontosysteem (de cliënt zelf), microsysteem, mesosysteem, exosysteem (de zorgorganisatie) en het macrosysteem.

De zorgorganisatie (het exosysteem)

Het exosysteem staat voor de zorgorganisatie en de indirecte invloeden die de zorgorganisatie op het ontosysteem heeft. De beslissingen die worden gemaakt in de zorgorganisatie, hebben een positieve of negatieve invloed op de client. De factoren zijn: 

• Te kort aan middelen zoals onderbezetting en personeelsverloop
• Praktijkleiderschap (de manager weet wat er op de werkvloer speelt)
• Machtsverhoudingen binnen de organisatie
• Waardering van medewerkers dat voelbaar is in o.a. organisatiebeleid
• De balans tussen controleren en vrijlaten van de zorgmedewerkers  
• Goede samenwerking tussen de zorgmedewerkers, begeleiders, etc. wat voelbaar is in de dagelijkse werkzaamheden
• Fysiek en gevoelsmatig een vriendelijke en huiselijke leefomgeving zodat zowel client als zorgmedewerker respectvol met de omgeving omgaat
• Normen en waarden als kader zodat de zorgmedewerker weet waar de organisatie voor staat

Als je de positieve en negatieve invloeden van de hele context begrijpt, blijf je het probleemgedrag wellicht een paar stappen voor. Lees meer over de systemen in de samenvatting van het promotieonderzoek ‘Begrijp de context, verander het probleemgedrag’ (pdf, download onderaan de pagina) van Vanessa Olivier-Pijpers.

Bron: Centrum van Consultatie en Expertise