Stel je vraag aan
onze AI-assistent
Naar hoofdinhoud Naar footer

Hoe een andere omgeving leidt tot minder gedragsproblemen

Gepubliceerd op: 19-03-2021

Laatst bijgewerkt op: 22-05-2024

Zorgorganisatie Ipse de Bruggen ontdekte hoeveel verschil een nieuw ingerichte kamer kan maken. Het leidde tot veel vooruitgang bij een bewoonster met moeilijk verstaanbaar gedrag. Gedragsdeskundige Janneke Boer en begeleider Gudrun Barth vertellen. ‘Wil je echt goed aansluiten? Dan is er meer nodig dan alleen een leuk schilderijtje en een plantje!’

De aanleiding

‘Woningen voor mensen met moeilijk verstaanbaar gedrag zijn vaak gericht op controle en veiligheid’, zegt Janneke. ‘Je wilt iemand met een zeer intensieve zorgvraag namelijk tegen zichzelf en anderen beschermen. Dit betekent vaak een kale inrichting zodat er weinig prikkels zijn. Of spullen die zijn vastgezet zodat iemand er niet mee kan gooien. Dit gold ook voor de inrichting van kamers voor sommige van onze bewoners.’ Ipse de Bruggen wilde ook voor deze mensen meer persoonsgerichte zorg bieden.

‘We wilden uitproberen of de inrichting soms verschil kon uitmaken’, legt Janneke uit. ‘Vooral voor een bewoonster bij wie we geen verbetermogelijkheden zagen. Terwijl we echt iets beters voor haar wilden. Zij vindt het bijvoorbeeld fijn om weinig kleding te dragen. Voor haar eigen bescherming is het wel belangrijk dat anderen haar dan niet kunnen zien. Hier wilden we iets op verzinnen.’

Begeleider Gudrun: ‘De kale kamer was natuurlijk bedoeld voor haar eigen veiligheid. Maar niemand voelt zich prettig in zo’n omgeving. Zij had een halve deur, waar we overheen konden kijken om haar te kunnen zien. De onderste helft moesten we op slot doen, zodat ze niet wegliep. We vonden dat niet fijn en hadden er geen vrede mee. Daarom zijn we blijven zoeken naar andere mogelijkheden.’

De aanpak: een architect die het gedrag goed bekijkt

'We hebben de bewoonster steeds meegenomen in het ontwerpen; dit wordt háár nieuwe kamer', zegt Gudrun Bart, begeleider.

De vraag is hoe je vervolgens een nieuwe inrichting aanpakt. Janneke: ‘Als je zoiets voor een cliënt wil doen, moet je weten wat je wilt bereiken. Een verbouwing kost best wel wat geld. Daarom moet je een goed beeld hebben over wat je wilt bereiken. Waarom is dit voor deze cliënt belangrijk? Vaak denken mensen bij herinrichting aan een gezellig schilderijtje en een plantje. Maar dat is afkomstig uit onze eigen denkbeelden over hoe het beter kan. Dat wil nog niet zeggen dat dat ook het beste is voor de bewoner.’

Het scheelde daarbij dat Ipse de Bruggen een architect heeft betrokken. ‘Deze vrouw is als het ware in de huid van de cliënt gekropen’, vertelt Gudrun. ‘Zo kwam ze op het idee van een roze vloer. Wij vonden een roze vloer echt niet mooi. Maar de architect heeft ons overtuigd dat onze bewoonster dat echt wilde.’

‘Verder hebben we de bewoonster betrokken bij de verbouwing’, zegt Gudrun. ‘In die periode sliep ze in een andere tijdelijke ruimte. We hebben haar steeds meegenomen. Zo van: “Dit wordt je nieuwe kamer.” Zo hebben we haar de badkamer laten zien toen de roze badkamertegeltjes geplaatst waren. Toen is ze over die tegeltjes gaan aaien en zei ze steeds: “Wat mooi”.’

‘De architect heeft echt het gedrag van de bewoonster bestudeerd’, vult Janneke aan. ‘Zij heeft ook informatie over haar prikkelverwerking meegenomen en wat zij allemaal kan zien. We hebben ook met haar stilgestaan bij wat voor kleding ze graag aantrekt. Dit geeft namelijk informatie over wat zij mooi vindt. Ook hebben we haar moeder betrokken voor informatie. Hoe was de inrichting van haar ouderlijk huis bijvoorbeeld? De architect heeft daarnaast van alles uitgeprobeerd. Bijvoorbeeld door kussentjes van verschillende kleuren en materialen in haar kamer te leggen.’

‘Nu heeft de kamer een verbinding naar kantoor’, vervolgt Gudrun. ‘Zo kan zij ons altijd opzoeken wanneer zij dat wil. Hierdoor gaat het contact nu altijd van haar uit.’ Janneke: ‘Dit werkt veel beter. Voorheen moesten we bij haar op de kamer langskomen. En dan wachten totdat er een ingang was. Maar als zij langskomt, is ze toe aan contact en heb je gelijk een ingang. Daar kun je dan direct op inspringen. Ze heeft ook een bed met een apart ligelement erbij. Daar kan ze inkruipen als ze daar behoefte aan heeft. Ook zonder kleren. Want niemand zal haar daar kunnen zien.’

‘Daarnaast heeft ze nu haar eigen tuintje’, zegt Gudrun. ‘Ze had altijd de neiging om naar buiten te willen. Dat konden we merken aan haar gedrag. Als we een raam openzetten, stak zij haar hand naar buiten. Ook vroeg ze vaak om “buiten spelen”. Nu kan ze dus zelf de tuin inlopen. En niemand kan van bovenaf in haar tuin kijken.’

Het effect: ze is veel opener geworden

'De kamer geeft haar een veilige basis, daardoor is ze nu geneigd om vaker van haar kamer af te komen', zegt Janneke Boer, gedragsdeskundige. 

Sinds de kamer opnieuw is ingericht, is er veel vooruitgang bij de bewoonster. ‘Ze maakt sneller contact met ons, praat meer’, licht Gudrun toe. ‘Ze geeft duidelijke antwoorden. Eerst kwam ze haar oude kamer niet uit. Nu staat ze veel meer open om nieuwe dingen te ontdekken.’ Janneke: ‘De kamer geeft haar een veilige basis. Daardoor is ze nu geneigd om vaker van haar kamer af te komen. Ze voelt zich vrijer om te ontdekken. Ze weet nu dat ze altijd weer naar een veilige ruimte terug kan.’

‘Haar spraak is veel beter,’ vervolgt Janneke. ‘Eerst sprak ze alleen woorden, nu spreekt ze vaak hele zinnen. Ze kan ook aangeven als ze iets niet wil. Ze heeft echt stappen gemaakt in eigen regie. Zo doet ze nu zelf de lichten in haar kamer aan en uit. De inrichting doet ook iets met de begeleiders. De omgeving straalt echt uit dat deze bewoonster op het ontwikkelingsniveau van een kind zit. Dan ga je daar ook eerder als vanzelf rekening mee houden. De omgeving helpt begeleiders om haar op de goede manier te begeleiden.’

Over Begeleiding à la carte

Deze aanpak is ontwikkeld in het vernieuwingstraject Begeleiding à la carte. Lees hier meer over het traject Begeleiding à la carte van Volwaardig leven van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Zorgaanbieders werkten aan hun eigen aanpak voor vernieuwing van persoonsgerichte zorg in de gehandicaptensector.