Naar hoofdinhoud Naar footer

Eigenwijsheid van Esdégé-Reigersdaal past prima bij Innovatie-impuls

Gepubliceerd op: 20-04-2021

Kan zorgtechnologie cliënten met niet-aangeboren hersenletsel (NAH) helpen in het versterken van hun eigen regie? Dat is de kernvraag voor Esdégé-Reigersdaal, een zorgorganisatie die op zijn eigen manier deelneemt aan de Innovatie-impuls.

Zoeken naar innovatie

Esdégé-Reigersdaal is ‘niet van het uitrollen en implementeren’, zoals bestuurder Nico Plug het uitdrukt. ‘Dat past niet bij een organisatie die in al zijn handelen het leven van de cliënt zoveel mogelijk centraal stelt en de eigen regie probeert te vergroten’, vindt hij. En ook niet bij een zorgaanbieder die eigen verantwoordelijkheid van medewerkers hoog in het vaandel heeft staan. Waarbij teams ook nog eens verspreid zijn over zo’n tweehonderd locaties in Noord-Holland.

‘We zijn een beetje eigenwijs’, zegt Plug. ‘En dat vertaalde zich naar de eerste indruk die we hadden van de Innovatie-impuls, want de organisatie daarvan had ogenschijnlijk een wat bureaucratisch karakter. Maar toen we onze bedenkingen kenbaar maakten, bleek juist dat de organisatie ons perspectief – zoeken naar innovatie die dicht bij de cliënt staat – heel interessant vond. Dat kantelde mijn beeld.’

Uitgaan van de cliënt

Heel herkenbaar voor Jorrit Ebben, coördinator implementatie van de Innovatie-impuls. ‘Ik heb al vaker contact gehad met Esdégé-Reigersdaal en weet dat uitgaan van de cliënt voor deze organisatie echt een essentiële kernwaarde is’, zegt hij. ‘Een eventuele oplossing op het gebied van zorgtechnologie – het vraagstuk van de Innovatie-impuls – moet dus vooral goed passen bij de individuele zorgvraag. De ouderwetse manier van implementeren is één oplossing kiezen en daarmee aan de slag gaan. Dat zou daar niet werken. Het is hier echt zaak dieper in de vraag te duiken of een mogelijke technologische oplossing wel of niet waarde heeft en waarom dan. Een aanpak die ook prima past bij de Innovatie-impuls. Juist daarom vonden we het zo interessant dat Esdégé-Reigersdaal aan de Innovatie-impuls zou meedoen.’

Dagstructuur en kortetermijngeheugen

Esdégé-Reigersdaal gebruikt de Innovatie-impuls nu om een verdiepingsslag te maken in het antwoord op de vraag of die app Mijn eigen plan (zie kader) écht waardevol is en zo ja, voor welke cliënten dan. Wendy Langedijk: ‘We doorlopen binnen de Innovatie-impuls een traject in het thema dagstructuur. Dit onderwerp is in belangrijke mate van toepassing op onze cliënten met NAH. Door de aantasting van hun brein kan het kortetermijngeheugen zijn aangetast, wat een beperking in het voeren van de eigen regie met zich meebrengt. De app kan voor hen een ondersteunende functie hebben.’

Passende oplossing

Ebben: ‘Als uit dit traject blijkt dat Mijn eigen plan meerwaarde heeft voor twaalf cliënten en voor drie niet, is die uitkomst net zo interessant als wanneer het andersom zou zijn. Het ligt kortom nog open. En dat is voor Esdégé-Reigersdaal precies de juiste insteek om met het thema dagstructuur in de Innovatie-impuls te stappen. Goed implementeren en het onderzoek dat we doen helpen om nog beter in te schatten bij welke cliënten de oplossing past.’

Eigen regie

Op dit moment zijn er drie actieve clusters van medewerkers die met cliënten met NAH werken. ‘Die clusters wisselen ervaringen uit over wat voor deze mensen helpt om meer eigen regie te krijgen,’ legt Ebben uit, ‘en of de app daarin een rol kan spelen. Inmiddels komen ook vanuit andere clusters vragen binnen waarop mensen weer reageren. Met locaties die ver uit elkaar liggen is het natuurlijk heel waardevol om toch verbinding tot stand te brengen.’

‘De vragen die binnenkomen zijn van cliënten die door hun NAH tegen problemen aanlopen’, vervolgt Ebben. ‘Bijvoorbeeld omdat ze niet meer weten welke afspraken ze met hun kinderen hebben gemaakt. Of dat ze afspraken wel in de agenda zetten maar die er vervolgens ook weer uit verwijderen omdat ze niet meer weten of ze wel kloppen. Dit zijn voorbeelden van problemen waarbij technologie een rol kan spelen. Een ander voorbeeld is het aanbieden van een stappenplan om taken uit te voeren die door de hersenbeschadiging niet langer vanzelfsprekend zijn, zoals koken of aankleden.’

Kritische vragen

Wat nu volgt, is het schrijven van het implementatieplan. Langedijk krijgt hierbij ondersteuning van Femke de Wit, implementatie-adviseur bij de Innovatie-impuls. Zij is bij uitstek degene die in staat is om deze ondersteuning te bieden, omdat ze al vanaf de kwartiermakersfase bij het onderwerp betrokken is. Ze kent dus de mensen en de discussie.

‘Wat hieraan meewerken echt interessant maakt’, legt De Wit uit, ‘is dat Esdégé-Reigersdaal niet alleen op papier een sterk visiegerichte organisatie is, maar dat je dit ook ziet op cluster- en locatieniveau. Er ligt duidelijk een behoefte om kritische vragen te stellen. Over de oplossingen die voor hun cliënten van waarde zijn én over de Innovatie-impuls. Ze willen ervan leren en hun eigen ervaringen delen met anderen. Ze zien dat inzet van zorgtechnologie geen vanzelfsprekendheid is.’

Een eigen plan

‘Het uitgangspunt is de vraag van de cliënt, de naaste en de medewerker’, gaat De Wit verder. ‘Daarbij bestond ook de behoefte om iemand van buitenaf te laten meekijken, vandaar mijn rol in dit deel van het proces. Ik lever input over hoe je een implementatieplan schrijft, maar Esdégé-Reigersdaal bepaalt zelf wat daarin belangrijk is. Het moet echt hun plan worden. Iets wat van buitenaf wordt opgelegd, werkt bij deze organisatie niet.’

‘Daarbij begrijpt de organisatie ook heel goed dat het niet moet blijven bij de paar clusters die nu bij het proces betrokken zijn. Het moet zich verder verspreiden. De autonomie van de locaties maakt dat dit een erg interessante klus wordt, waarvan niet alleen wijzelf maar ook andere deelnemers aan de Innovatie-impuls weer kunnen leren. Daarom vind ik het ook interessant om inhoudelijk betrokken te blijven bij de feitelijke implementatie.’

Eigen ontwikkeling

Langedijk herkent zich hier helemaal in. Ze vertelt: ‘Een van de betrokken clusters had zelf een softwareprogramma ontwikkeld dat lijkt op Mijn eigen plan, maar dan echt op maat gemaakt. Het maakt gebruik van een digiboard waarop medewerkers kunnen zien wie dienst heeft en welke taken er liggen, bijvoorbeeld over medicatieverstrekking. Cliënten kunnen in hun eigen omgeving zien welke taken voor hen aan de orde zijn en welke medewerker daarin een rol heeft. Ook van deze ontwikkeling willen we de voors en tegens in kaart brengen. Op basis daarvan kunnen we dan met de ontwikkelaar van Mijn eigen plan in gesprek gaan over eventuele aanpassingen.’

De coronacrisis is een hindernis, erkent Langedijk. Niet alleen om stappen te kunnen zetten in het proces, maar ook om het enthousiasme van de betrokkenen vast te houden. ‘We zijn daarover in gesprek met Femke, over manieren om de verbinding in stand te houden’, zegt ze. ‘Deze participatie in de Innovatie-impuls is vanuit het cliëntenperspectief een belangrijk project voor ons.’

Dagstructuur binnen Innovatie-impuls

Esdégé-Reigersdaal doet mee aan de Innovatie-impuls Gehandicaptenzorg van het programma Volwaardig Leven, in het thema dagstructuur.

Individuele vragen

Esdégé-Reigersdaal was in januari 2019 al gestart met het innovatieproject Doe’RToe, nu Team Innovatieve Zorgtechnologie - TIZ. Dit project ondersteunt cliënten bij de toepassing van technologische hulpmiddelen. Projectleider Wendy Langedijk: ‘De kern van het project was dat de vraag van de cliënt wordt beantwoord, en daarin kán zorgtechnologie een rol spelen. In dit kader hadden we al kennis gemaakt met de app Mijn eigen plan. Maar omdat de vragen van onze cliënten heel individueel zijn, merkten we dat dit voor de ene cliënt waardevoller is dan voor de andere.’

Lees meer