Stel je vraag aan
onze AI-assistent
Naar hoofdinhoud Naar footer

11 tips voor een helder keukentafelgesprek

Gepubliceerd op: 01-02-2019

1 Behandel alle leefgebieden

Door vragen te stellen over de zeven verschillende leefgebieden krijg je een zo volledig mogelijk beeld van degene waar je mee praat (de zorgvrager). De Leefgebieden zijn:

  • Wonen
  • Financiën
  • Sociale relaties
  • Werk en activiteit
  • Fysieke gezondheid
  • Psychische gezondheid
  • Zingeving

2 Laat de zorgvrager vertellen

Laat de zorgvrager eerst vertellen over de begeleiding die hij nu krijgt en wat dat voor hem betekent. Wat zou er gebeuren als deze begeleiding stopt? Het is belangrijk dat je niet begint met de vraag: wie kan iets voor jou doen.

3 Spreek uit wat je ziet

Ervaar je weerstand of spanning bij de zorgvrager? Benoem deze dan met vragen zoals: 'Ik heb het idee dat u zenuwachtig bent of dat u dit gesprek onprettig vindt, klopt dat?' en vraag vervolgens hoe dit komt.

4 Zorg ervoor dat mensen niet te weinig zorg krijgen

Hou er rekening mee dat er mensen zijn die hun problemen groter maken dan ze zijn én mensen die hun problemen kleinere maken dan ze zijn. Pas op dat deze tweede groep niet te weinig zorg krijgt.

5 Nodig de mantelzorger uit

Nodig als het kan ook de mantelzorger uit voor het keukentafelgesprek. Zo kun je erachter komen welke steun de mantelzorger nodig heeft om de zorgvrager te kunnen helpen. Een mantelzorger kan ook helpen bij het uitleggen van de vragen van de cliënt.

6 Vindt de zorgvrager zelf dat hij zorg nodig heeft?

Probeer erachter te komen of iemand zelf vindt dat hij om hulp moet vragen. Of dat hij gestuurd wordt door bijvoorbeeld een familielid. Bijvoorbeeld: 'Mijn zus vindt dat ik om hulp moet vragen, maar ik heb geen hulp nodig!' Hou er rekening mee dat deze mantelzorger te veel te doen heeft of andere zorgen heeft.

7 Let op de foto's

Wanneer je wilt weten wie er belangrijk zijn in het leven van de zorgvrager, kun je vragen wie er op de foto's in het huis staan. Dit helpt om het sociale netwerk in kaart brengen.

8 Ken de problemen

Zorg dat je genoeg kennis hebt over de verschillende soorten problemen: verstandelijke beperkingen, psychische stoornissen, lichamelijke beperkingen en sociale problemen.

9 Stel de kernvraag

De belangrijkste vraag in ieder gesprek is eigenlijk: 'Hoe zou de zorgvrager willen dat zijn dagelijkse leven eruitziet, ondanks de beperkingen?' Neem de tijd die nodig is om achter het antwoord te komen en pas je tempo aan op de zorgvrager.

10 Luister goed

Wees creatief als het gaat om oplossingen. Luister goed naar de ideeën die de zorgvrager zelf heeft. In het begin is het handig om het gesprek met een collega samen te doen. Zo leer je van elkaar en houd je elkaar scherp.

11 Wees duidelijk

Als je slecht nieuws brengt, bijvoorbeeld dat iemand geen of bijna geen hulp meer krijgt, draai er dan niet omheen en wees duidelijk. Soms helpt het om nadat je het slechte nieuws hebt verteld even te stoppen met het gesprek. Door later met het gesprek verder te gaan, geef je de cliënt tijd om het nieuws te verwerken en er even over na te denken.