Column: Alleen
Gepubliceerd op: 30-06-2021
Ze oogde zo klein. In dat enorme bed in die enorme kamer. Helemaal bovenin, tegen het hoofdeinde en de muur geklemd, zat ze. Met opgetrokken benen, haar kin rustend op haar knie. Met haar grote ogen, wijd open, speurde ze de kamer af. Haar blik bleef hangen op de deur.
Zo zat ze uren nadat ze om 20.30 naar bed was gebracht. “Ga maar lekker liggen” had begeleiding gezegd en dat had ze gedaan. Of het ook ‘lekker’ was, durfde ik te betwijfelen. Er was een bezorgde, angstige blik in haar ogen, haar hand lag op die van de begeleider. Maar ze ging liggen. “Nog even liedje zingen?”. Plichtgetrouw neuriede ze mee; “ik ga slapen, ik ben moe”. Bij “amen” zat ze weer rechtop en klemde ze haar hand om die van de begeleiding. De knokkels wit. “Nee schat, je moet slapen, ik ga ook slapen zo”. Met een dikke zoen op haar hoofd, trok begeleidster zich los en met een vrolijk “tot morgen” begon de nacht.
Ze keek naar de deur
Waar die, oh zo belangrijke, ander was verdwenen. Er waren nog geluiden hoorbaar op de gang. Toen rond 22.30 ook die verstomden, ging ze zitten. Met haar rug in de hoek van hoofdeinde en muur. Knieën opgetrokken, armen om haar benen. Ze wiegde zachtjes. Maar naarmate de uren verstreken, werd het wiegen steeds heftiger. Ogen op de deur. Heen en weer.
Haar grijze haren dansten om haar gezicht toen het wiegen overging in een wildere beweging; van voren, naar achteren, van voren naar achteren. Een ritmisch en grillige cadans in haar zoektocht naar troost. Haar hoofd raakte de muur. Het leek haar niet op te vallen. Inmiddels lag er een verbeten blik op haar gezicht, haar ogen nog immer op die ene deur. Uren ging ze door. Haar haren nat van het zweet.
Toen om 06.55 de sleutel van de vroege dienst hoorbaar was in de buitendeur, stopte ze abrupt met wiegen; ze verstilde. De voetstappen in de hal. Het geluid van ‘alles komt goed’. Ze slaakte een diepe zucht, ging liggen. En viel in slaap.
Bewegingloos en klein haar gestalte in het grote bed
Een half uur later ging haar slaapkamerdeur open. “Goedemorgen schoonheid! Lekker geslapen?”. Begeleider sloeg de deken terug; ‘kom slaapkopje eruit huppakee!”. Gordijnen open.
Hij reikte haar zijn hand.
Zij nam deze aan.
Zoals ze altijd deed.
Samen liepen ze naar de badkamer.
Eenzaamheid in de nacht
Eenzaamheid in de nacht. Een beeld wat veel gezien wordt in de intramurale zorg. Als we de nacht tenminste in kaart brengen met elkaar. Vraag je je af hoe het nu verder is gelopen met deze mevrouw? Door het in kaart brengen van de nacht is ze nu gezien, gehoord en getroost. Door het toepassen van verschillende interventies, heeft ze troost gevonden en is ze stukken beter gaan slapen. Zoals een wijs man ooit zei: “Je gaat het pas zien, als je het doorhebt”.
De bal ligt bij ons.