Gelijkwaardigheid bij LFB
Gepubliceerd op: 12-07-2022
De LFB is de belangenvereniging voor en door mensen met een beperking. Veel mensen die er werken noemen het een fijne werkplek. Een van de redenen is dat mensen er een sfeer van gelijkwaardigheid ervaren. Dat klinkt vanzelfsprekend, maar is het nog lang niet overal. Hoe zorgt de LFB hiervoor?
Tijdens het interview zitten ervaringsdeskundige Caron Landzaat en Ineke Wolters, coördinator scholing en training, allebei op een bureaustoel. Toevallig zit Ineke wat hoger. ‘Niet zo gelijkwaardig’, grapt ze. ‘Zal ik de stoel wat lager zetten?’ Eigenlijk is het raar om te vragen naar wat de LFB doet om gelijkwaardig samen te werken.‘We praten nooit over gelijkwaardigheid’, zegt Caron.
‘Voor ons is gelijkwaardigheid net zo vanzelfsprekend als ademen.’ Ineke: ‘Het is bij ons zo gewoon dat je er niet eens meer over nadenkt dat we gelijkwaardig zijn. Misschien komt het omdat we hier collega’s zijn. Bij zorgorganisaties zijn mensen met een beperking “cliënt”. Dat kan zorgen voor een minder gelijkwaardige relatie. Puur omdat er ook sprake van afhankelijkheid kan zijn.’
In het werk als begeleider
Ook Ineke heeft als begeleider in de gehandicaptenzorg gewerkt. ‘Ook toen wilde ik een sfeer van gelijkwaardigheid neerzetten. Of dit lukt, hangt van jou als persoon af. Je moet die relatie durven opbouwen. Zo probeerde ik altijd aan te sluiten.’ Ineke: ‘Dit deed ik door te letten op: Wat zeg je mij? Luister ik wel goed naar jou? En kijken wat wel kan in plaats van niet. De grens opzoeken. En eens afwijken van de standaard manier van werken. Dus niet altijd maar bezig zijn met dat protocol of het ondersteuningsplan. Het helpt om creatief te zijn in je ondersteuning.’
Dingen durven
Caron knikt. ‘Het gaat ook om af en toe risico durven nemen. Als je altijd maar vasthoudt aan protocollen, worden zowel cliënt als begeleider daar niet gelukkig van.’ Ineke: ‘Zo begeleidde ik een vrouw met ernstige meervoudige beperkingen. Ze vond het leuk om met spullen te gooien. Het was voor haar een manier om in contact met anderen te komen.’ ‘Toen heb ik een mand met allemaal zachte blokken geregeld. Daar mocht ze lekker mee smijten. En een plezier dat ze had! Ik vond het de uitvinding van de eeuw. Ook heb ik een keer een cliënt meegenomen naar een luxe kapper. Gewoon om hem te verwennen. En ik vertel trouwens ook dingen over mezelf. Dat is belangrijk om een goede relatie op te bouwen.’
Laat gelijkwaardigheid zien in gedrag
Caron: ‘Gelijkwaardigheid zit hem vooral in het gedrag wat je laat zien. Bij de LFB is aandacht voor: Waar ligt jouw kracht? Dat weten we van elkaar. Ineke vraagt dingen aan mij, maar ik vraag ook dingen aan haar. We weten wat we aan elkaar hebben.’ Ineke: ‘Zo kan Caron heel goed met Excel werken en ik absoluut niet. Mij ligt het dan meer om mensen te bellen en dingen te regelen.’
Ertoe doen en je kunnen ontwikkelen
Caron vindt dit een fijne werkplek. Collega’s van hem zeggen vaak dat ze hier gelukkiger zijn dan op een dagbestedingsplek. Ook al is er qua dagbesteding veel in ontwikkeling, het gaat nog niet overal goed. ‘Vaak zijn dit plekken waar mensen ervaren dat ze beziggehouden worden. Of ze moeten eentonig werk doen. Terwijl we allemaal de behoefte voelen om ertoe te doen en ons te ontwikkelen. Hier wordt vooral gekeken naar wat ik kom brengen.’
Niet invullen voor een ander
Ook humor is belangrijk. En af en toe mag het ook ongemakkelijk zijn. Ineke: ‘Zo waren wij in gesprek met studenten van de Hogeschool Utrecht. We gingen aan de slag met een oefening die ging over woorden die bij ons opkomen als we een ander voor het eerst ontmoeten. Bijvoorbeeld het woord “dom”.’
‘Sommige studenten hadden er moeite mee om dit soort woorden op te schrijven. Ze wilden onze ervaringsdeskundigen beschermen. Maar onze ervaringsdeskundigen zeiden: “Nee hoor, kom maar op. We voelen het toch wel als mensen zoiets over ons denken. Door zo een oefening wordt het tenminste zichtbaar.”’ ‘Die zorgen van studenten waren goedbedoeld. Maar je kunt de ander daar ook klein mee houden. Bij de LFB letten we daar continu op. Dat we niet dingen gaan invullen voor een ander. Dat is heel belangrijk.’