Hoe zorgt onderzoek 'NAH-Kennisnetwerk' voor impact?
Gepubliceerd op: 03-02-2021
Kitty Jurrius, projectleider van NAH-Kennisnetwerk Gewoon Bijzonder, geeft ons daarin inzage met haar antwoorden op de volgende vragen:
Welk kennisproducten willen jullie opleveren en waarom?
We hebben een aantal kennisproducten voor ogen. De deelprojecten leveren proefschriften op. Dat is één manier om kennis publiek te maken, te verspreiden en op wetenschappelijk niveau te brengen. Daarnaast hebben we praktische producten voor ogen, gereedschap voor zorgprofessionals, de maatschappij en het publiek. In het deelproject “Inspraak voor mensen met NAH, werken wij bijvoorbeeld aan een toolbox voor gelijkwaardige zeggenschap. Wat er precies in de toolbox komt, willen wij niet al van tevoren omschrijven, omdat we dit samen met mensen met NAH en hun naasten willen ontwikkelen. Dat betekent dat de vorm nog niet helemaal vaststaat.
Verder werken we aan een digitale dataset MDS. Dat is een set van instrumenten of vragen voor iedereen die gegevens verzamelt van mensen met een verstandelijke beperking. Hiermee willen we professionals stimuleren informatie op een bepaalde manier uit te vragen. De basis MDS richt zich op vragenlijsten binnen de domeinen: persoonlijke factoren, persoonlijke ontwikkeling, zelfbepaling en welbevinden.
En in het deelproject “Maatschappelijke participatie” denken we aan handreikingen, maar dan meer specifiek voor verschillende doelgroepen. Als we het hebben over werk, kun je bijvoorbeeld denken aan een handreiking voor bedrijven hoe zij een werkplek kunnen inrichten voor mensen met hersenletsel. Of aan een handreiking voor vrijetijds-, sportverenigingen of de scouting om mensen met NAH te kunnen laten meedoen in hun vereniging. Bij dit project gaat het erom te kunnen deelnemen aan allerlei activiteiten en daarmee deel uit te kunnen maken van de samenleving.
Op welke manier heb je de vraag voor je project opgehaald?
Bij de voorbereiding van de aanvraag hebben we veel contact gehad met mensen met NAH. We hebben met hen besproken waar zij tegenaan lopen in de samenleving. Het belangrijkste kernbegrip bleek participatie, dus hebben we dat als uitgangspunt genomen. Alle projecten draaien daarom, met allemaal een eigen invalshoek. Vragen ophalen gebeurde door met de patiëntenorganisatie en een paar mensen met NAH uit onze voorbereidingsgroep door te spreken wat belangrijk is om te gaan doen in deze 4 jaar.
Daarnaast hebben de onderzoekers die aan het netwerk zijn verbonden ook al jaren onderzoek achter de rug. Daaruit konden zij ook putten voor actuele en belangrijke vraagstukken, waarin je graag een stap verder zou willen zetten.
Hoe zorg je dat professionals op de hoogte zijn van je resultaten?
We werken samen met het Kennisplein Gehandicaptenzorg. Daarnaast maken wij gebruik van de communicatie afdelingen van alle aangesloten organisaties. Dat is een infrastructuur die een vrij grote dekking geeft. We werken veel met digitale verspreiding via Twitter, Facebookpagina’s en websites en we hebben een nieuwsbrief met volgers. Zo hebben we een goed bereik. Voor de producten die de onderzoeken opleveren, gaan we een aparte campagne opzetten.
Wie is de gebruiker van je kennisproducten en hoe zorg je ervoor dat deze in de praktijk gebruikt gaan worden?
Er zijn verschillende gebruikers denkbaar en we zullen voor elk product apart bekijken wie onze doelgroep is en daar onze communicatiemiddelen op aanpassen. Maak je informatie voor gemeenten, dan kun je bijvoorbeeld denken aan communicatie via de VNG. Voor bedrijven bewandel je weer een andere weg. Ik denk dat we onder ieder product een communicatieplan gaan leggen en we hebben Leonoor (senior marketing en communicatieadviseur Vilans).