In gesprek over werk
Gepubliceerd op: 20-06-2022
Sandra is 49 jaar en kreeg 4 jaar geleden hersenletsel na een auto-ongeluk. Ze stond in de bloei van haar leven en heeft een lang revalidatieproces doorlopen. Ze wordt uitgenodigd voor een gesprek bij UWV over wat haar mogelijkheden en beperkingen zijn ten aanzien van werk. Welke uitdagingen kom je tegen in het gesprek met UWV? Wat kan de professional hierin betekenen en wat heeft de persoon met hersenletsel hierin te doen? In dit artikel worden de opgedane kennis en ervaringen vanuit deelproject 3 ‘Maatschappelijke participatie van mensen met NAH en hun naasten’ van het NAH-kennisnetwerk hierover gedeeld.
Casus: “Kan je autorijden?”
Eén van de vragen in het gesprek met UWV was: “Kunt u zelf autorijden?”. Sandra heeft vier jaar hersenletsel en ze komt vanuit een situatie waarin aan het begin van de revalidatie het nog onmogelijk leek om ooit te kunnen autorijden. Sandra kan inmiddels weer autorijden, en ze geeft het antwoord: “Ja dat kan ik zelf weer en daar ben ik heel blij mee”. De UWV medewerker heeft geen kennis van hersenletsel en vraagt niet door, hij krijgt de indruk dat Sandra gewoon zelf met auto naar werk kan en dat daardoor een grotere straal van werkplekken mogelijk is. Maar wat blijkt: Sandra kan alléén korte stukjes rijden die bekend zijn, alleen op rustige tijden (niet in de spits), ze heeft vooraf veel stress ervoor en het autorijden kost haar veel inspanning waardoor ze de rest van de dag vermoeid is.
Veelgenoemde knelpunten
Het mag duidelijk zijn dat een gesprek zoals in deze casus naar voren komt, niet leidt tot de ideale plaatsing van Sandra bij een geschikte werklocatie. Dit blijkt geen op zichzelf staand voorbeeld te zijn. De knelpunten waar men tegenaan loopt in deze gesprekken zijn gebrek aan kennis bij professionals, onduidelijke communicatie over het proces en het moeilijk verwoorden van de mogelijkheden en beperkingen door de persoon met hersenletsel. In de dialoogtafels waarin mensen met hersenletsel, begeleiders, reïntegratiemedewerkers en medewerkers van UWV en gemeente met elkaar in gesprek gingen, zijn een aantal tips en oplossingsrichtingen genoemd die antwoord geven op deze knelpunten.
Wat betekent het als iemand hersenletsel heeft?
Kennis hebben van hersenletsel is belangrijk, niet alleen om de signalen van hersenletsel te herkennen (geheugenproblemen, stemmingswisselingen, vermoeidheid), maar ook om de signalen op de juiste manier betekenis te geven. Bijvoorbeeld het meenemen van vermoeidheid bij een persoon met hersenletsel in de mogelijkheid om te kunnen werken. Daarnaast is doorvragen belangrijk. Het gesprek uit bovenstaande casus zou heel anders verlopen als de medewerker van UWV kennis zou hebben van hersenletsel en daarop kan doorvragen:
- Hoeveel inspanning kost het autorijden?
- Hoe vaak rijdt u auto?
- Waar rijdt u dan naartoe?
- Welke invloed heeft autorijden op het werken?
- Wat is daarin wel en niet mogelijk?
Geef aan wat je wel en niet kan
Tegelijkertijd gaven mensen met hersenletsel en begeleiders aan dat het ook heel belangrijk is om bewust te zijn welke inbreng je zelf doet in het gesprek. Het is belangrijk om duidelijk aan te geven wat voor jou wel en niet kan en onder welke voorwaarden het wél kan. Bijvoorbeeld: “Twee middagen per week werken is alleen mogelijk als het vervoer geregeld wordt (geen OV, niet auto rijden), ik een rustige werkkamer zonder prikkels heb, ik een duidelijk afgebakende taak heb en er niet teveel druk wordt gelegd op een deadline”. Wees ervan bewust dat niet iedereen op de hoogte is wat hersenletsel inhoudt en dat het belangrijk is om aan te geven wat er met jou gebeurt als je over jouw grenzen heen gaat.
Tips voor een goed gesprek
Hier vind je een aantal tips voor een goed gesprek voor begeleiders en mensen met hersenletsel.
Tips voor begeleiders
- Herken de signalen van hersenletsel (bijvoorbeeld: geheugenproblemen, vermoeidheid, stemmingswisselingen)
- Gebruik simpel taalgebruik en non-verbale communicatie
- Geef inzicht over het proces naar werk
- Vraag door, vraag door, vraag door
Tips voor mensen met hersenletsel
- Breng je mogelijkheden én beperkingen duidelijk over in het gesprek.
- Neem iemand mee naar het gesprek om je te ondersteunen (begeleider, familielid en vriend(in).
- Geef richting aan in je traject richting werk (wat wil en kan je graag).
- Grijp op tijd in als je niet begrepen wordt.