Stel je vraag aan
onze AI-assistent
Naar hoofdinhoud Naar footer

Bewonerswensen: ‘Wie ben ik om te zeggen dat iets niet haalbaar is?’

Gepubliceerd op: 15-06-2021

Persoonsgerichte zorg is vooral bij mensen met multiproblematiek nog lang niet vanzelfsprekend. Daarom is het interessant om te kijken waarom het bij WonenPlus wel lukt. Begeleider Daniëlle Smid: ‘Het cliëntondersteuningsplan maken we voor 99 procent echt samen met de cliënt. We vragen: “Wat zou je echt graag nog willen in je leven?” Hun antwoorden nemen we heel serieus.’

Aan doelen werken, vanuit de bewoner 

Daniëlle: ‘Onze bewoners zijn vaak in hun leven bij meerdere organisaties verbleven. Daar hebben ze vaak geleerd om hun wensen en behoeften te parkeren. Dat komt omdat de begeleiding vaak gericht was op beheersing. “Als de bewoner maar geen woede-uitbarstingen heeft,” wordt er vaak gedacht. Dat is te begrijpen, maar ook zonde. Er is nog zoveel meer mogelijk.

Voor het plan dat wij opstellen, vragen we dan ook: “Wat zou je echt nog graag willen in je leven?” Een bewoonster vertelde mij ooit: “Ik wil graag terug naar school om meer te leren.” Toen zei ik: “Gaan we doen.” Het was triest om te zien hoe verbaasd ze over mijn reactie was.’

Bekijk de documentaire van WonenPlus 

Daniëlle geeft nog een voorbeeld, maar dan over een bewoonster van twintig. ‘Zij had 24-uurszorg en wilde gaan samenwonen. Normaal moet je dan de zorg uit. En als het dan niet lukt, moet je je opnieuw aanmelden. Dus we zijn het gaan proberen zonder haar uit te schrijven. Dit kon omdat we gewoon ambulante begeleiding zijn gaan bieden. Na een jaar trok ze de conclusie dat ze toch bij ons wilde blijven wonen. Het heeft echt meerwaarde om iemand dat te laten ervaren. Als ik het voor een bewoner bepaal, krijg je weerstand. Logisch. We willen immers als mensen allemaal zelf ontdekken wat goed voor ons is.’

Toch is het soms ook nodig om mensen te beschermen. Dat is die ene procent waarin begeleiders toch bijsturen op sommige doelen. Daniëlle: ‘Je hebt weleens mensen die niet willen douchen. Maar mensen wonen natuurlijk wel in een groep. En je wilt niet dat iemand wordt genegeerd omdat hij niet zo prettig ruikt. Dan proberen we toch een bewoner te overtuigen.’ Goed om hierbij te weten is dat begeleiders ook verpleegkundige handelingen kunnen uitvoeren, zodat bewoners bij WonenPlus daar kunnen blijven tot hun dood. Het kenmerkt de soepele opstelling van de organisatie. 

Werkcultuur

Alleen in een veilige cultuur kunnen medewerkers persoonsgerichte zorg leveren. De manager/bestuurder speelt hierin een belangrijke rol.

Ook de werkcultuur is een belangrijke voorwaarde voor persoonsgerichte zorg. Daar is veel aandacht voor bij WonenPlus. Daniëlle: ‘Een open sfeer tussen medewerkers is echt belangrijk. Eerlijk zijn tegen elkaar. Weten waar je goed in bent en waarin minder. Mensen moeten kwetsbaar durven zijn. We hebben genoeg ruimte in onze werkschema’s voor sparringsmomenten. Zo’n anderhalf uur per dag. Daarnaast kan ik zes uur per week flexibel inzetten om begeleiders te ondersteunen. Dit levert veel op. Bijvoorbeeld wanneer een begeleider merkt dat een bewoner in de weerstand schiet. Dan kan ik of een andere collega net even die extra tips en tricks geven.

Ook is WonenPlus een platte organisatie. Daniëlle: ‘Ik heb weleens voor een grote organisatie gewerkt. Daar ging veel tijd verloren aan organisatorische zaken. Dit ging ten koste aan direct cliëntencontact. Het doorvoeren van verandering moest door veel lagen heen. Hier zijn de lijnen kort. Dat motiveert om te komen tot verbetering en verandering. Je kunt heel snel tot actie komen. Dat bespaart een hoop tijd en frustratie bij medewerkers en bewoners.’

Houding 

Ook zijn begeleiders zich bij WonenPlus erg bewust van hun houding. Daniëlle: ‘Ik zeg altijd tegen begeleiders: “Wees jezelf, ken jezelf en neem jezelf ook mee in je werk. Zo kun je namelijk de beste versie van jezelf zijn. Ook is het belangrijk om “er te zijn” voor bewoners. Een cliënt wil het gevoel hebben: “Die begrijpt me echt.” Dat hebben ze liever dan een kant-en-klare oplossing, of dat je uit een boekje reageert. In “er zijn” zit een stukje onvoorwaardelijkheid. Dat is er ook wanneer bewoners bijvoorbeeld een woedeuitbarsting hebben. Onze bewoners hebben namelijk een heel klein netwerk, Wij zijn de mensen op wie ze terug kunnen vallen. Als ze dat bij ons niet kunnen, bij wie dan wel?’

De tips van Daniëlle

  1. Maak de doelen samen met de bewoner. Vraag: Wat zou je echt graag willen in je leven? Evalueer deze doelen ook regelmatig. 
  2. Neem de antwoorden van de bewoner heel serieus. Kijk vooral op wat voor een manier het wel kan. 
  3. Laat mensen zelf ontdekken. Of je nou denkt of het haalbaar is of niet.
  4. Soms moet je mensen tegen zichzelf beschermen. Wees niet bang om daar ook doelen voor op te stellen.
  5. Zorg voor sparringsmomenten met je collega’s. Vraag daar ook ruimte voor binnen jouw organisatie.
  6. Wees open naar je collega’s. Als jij je kwetsbaar opstelt, zullen anderen dat ook sneller doen. 
  7. Kaart aan wat er nodig is voor een goede werkcultuur voor persoonsgerichte zorg. Denk aan: korte lijnen, ruimte om te leren en veiligheid.
  8. Weet dat je moeilijke problemen niet altijd hoeft op te lossen. Het is veel belangrijker om ‘er te zijn’ door goed te luisteren. 

Over Begeleiding à la carte

Deze aanpak is ontwikkeld in het vernieuwingstraject Begeleiding à la carte van Volwaardig leven [2019-2021) van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Zorgaanbieders werkten aan hun eigen aanpak voor vernieuwing van persoonsgerichte zorg in de gehandicaptensector.

Alle Twinkels komen voort uit de lessen van 35 zorgorganisaties binnen het project Begeleiding à la carte, onderdeel van het programma Volwaardig leven.

Lees meer 

Deel deze pagina via:

Stel je vraag aan