Stel je vraag aan
onze AI-assistent
Naar hoofdinhoud Naar footer

Grote betrokkenheid ervaringsdeskundigen bij ‘Stoppen met roken’

Gepubliceerd op: 21-09-2020

Laatst bijgewerkt op: 15-12-2023

Hoe zet je ervaringsdeskundigheid in als je mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) wilt ondersteunen bij het stoppen met roken? Wat werkt er goed en wat kan lastig zijn? Drie teams leerden de waarde van samenwerken met ervaringsdeskundigen kennen in het project ‘Stoppen met roken’.

Rollen bepalen

De samenwerking met ervaringsdeskundigen begon in bijeenkomsten van de projectteams. Daar maakten de teamleden kennis met elkaar en deelden ze informatie over de aanleiding van het project. Vervolgens bepaalden ze wat ieders rol was, ook de rol van de ervaringsdeskundigen.

Eigen drive ervaringsdeskundigen

Ervaringsdeskundigen gingen de ene keer zelfstandig met een activiteit ‘op pad’, de andere keer in duo’s met een begeleider of projectleider. Sommige activiteiten kwamen voort uit de eigen drive van een ervaringsdeskundige, zoals het willen delen van het eigen verhaal met anderen, om anderen te inspireren. Als het nodig was ondersteunde of faciliteerde het projectteam hierbij. Andere activiteiten kwam voort uit initiatieven van het team, zoals het leggen van een verbinding met de gemeente of andere stakeholders. Dan kon een ervaringsdeskundige zich daarbij aansluiten.

Omdat voor alle teams het samenwerken met ervaringsdeskundigen relatief nieuw was, deden ze veel kennis op over wat goed werkt en over wat lastig is in deze samenwerking.

Wat werkte goed?

Aansluiten bij de ervaringsdeskundige

Net als bij het samenwerken met collega’s, geldt voor het samenwerken met ervaringsdeskundigen: iedere ervaringsdeskundige is anders, en het is belangrijk om bij zijn behoeften en kwaliteiten aan te sluiten. Elk team heeft passende werkvormen gezocht en uitgeprobeerd: van klassieke overleggen met notulen, tot sessies ondersteund met plaatjes en visuele samenvattingen. Voor elke ervaringsdeskundige was een andere manier passend, er is geen ‘one size fits all’. Het helpt om uit te proberen en te bespreken welke samenwerking of overlegvorm bij een team past.

Van betekenis zijn

Voor veel cliënten met een licht verstandelijke beperking is het niet vanzelfsprekend om van waarde te zijn voor anderen om hen heen, of voor de maatschappij of een community. Tijdens deze projecten ervaarden de deelnemers dat ze dat wel waren en dat zorgde voor een grote motivatie. Het feit dat zij bevraagd werden over hun mening, over hun ervaring, en dat deze meegenomen werd in de plannen, gaf hen voldoening en erkenning. Dat was een bijzondere ervaring, die voor hen een reden was om betrokken te blijven bij het project. En om de energie te blijven vinden om bij projectgroepbijeenkomsten aan te sluiten, ook als hun leven hectisch werd.

Concrete acties

Het hielp om samen met ervaringsdeskundigen tot overzichtelijke, behapbare acties te komen. Het was ook wel mogelijk om de ambities of plannen in grote lijnen met elkaar te bespreken, dit zorgde voor betrokkenheid en herkenning. Maar de stap naar concrete acties moest in eenzelfde overleg ook gezet worden. Dat zorgde ervoor dat de motivatie om aangehaakt te blijven overeind bleef en dat iedereen met een voldaan gevoel het overleg verliet.

Ervaringsdeskundigen speelden in de teams een waardevolle rol in het vertalen van grote ambities naar concrete acties. Als het in een team eenmaal gelukt was om een sfeer te creëren waarin zij zich vrij voelden om vragen te stellen of voorstellen te doen, hielpen deze om tot concrete acties te komen.

Gelijkwaardigheid

In de projectteams hielp het om gelijkwaardigheid van de teamleden als basis te houden. Iedereen heeft een eigen bijdrage en een eigen waarde. Gesprekken, attitude van deelnemers en werkvormen kunnen helpen om die bijdrages gelijkwaardig bij elkaar te brengen. Denk aan werkvormen waar een visuele samenvatting gemaakt wordt door iedereen zijn mening te laten geven samen met een plaatje, in plaats van woorden op een flap. Daar kan iedereen aan mee doen.

Wat was lastig?

Hectisch leven

De ervaringsdeskundigen hadden allemaal op een bepaalde manier hectische periodes tijdens hun deelname aan het project. Tijdens die periodes was het voor hen moeilijker om tijd of ruimte te maken voor het project. Het was voor de teamleden een uitdaging om de goede balans te vinden. Enerzijds wilden ze de ervaringsdeskundigen blijven informeren en uitnodigen, omdat het gevoel van betekenis in het project voor ervaringsdeskundigen ook een lichtpunt kon zijn, anderzijds moesten ze accepteren dat de periode zich niet leende voor betrokkenheid bij het project.

Ook tijdens bijeenkomsten was het nodig om ruimte te maken voor hectische momenten in het leven van de teamleden. Net als veel andere mensen met een LVB, hadden ook de ervaringsdeskundigen stressfactoren in hun leven: financiële problemen, ingewikkelde familierelaties, onrust rondom huisvesting, of psychische problematiek. Het was lastig om de goede afstemming te vinden tussen het geven van ruimte voor dit verhaal, en het vasthouden van het doel en het tempo van het project.  

Aangehaakt blijven op afstand

Waar het in het dagelijks leven van begeleiders of projectleiders gewoon is om een project na een aantal weken van radiostilte weer op te pakken, was dat in een team met ervaringsdeskundigen lastiger. Gemotiveerd blijven in weken tussen bijeenkomsten en het weer opfrissen van waar het project over ging na die tijd, waren knelpunten. Het hielp om tussen de bijeenkomsten contact te houden met ervaringsdeskundigen, bijvoorbeeld met tussentijds telefonisch of app-contact. Ook was een visuele samenvatting van het project, steeds groeiend na elke bijeenkomst, een goede opfrisser aan het begin van de bijeenkomst. In enkele teams werden steeds kopieën van die samenvatting gemaakt, die de ervaringsdeskundigen mee naar huis konden nemen. Dit hielp om het project warm te houden voor hen. 

Begeleiderrol

In twee teams hadden de deelnemende begeleiders en cliënten al een begeleidingsrelatie voor de start van het project. De verhouding in deze begeleidingsrelatie vroeg andere dingen van zowel begeleider als cliënt, dan het samenwerken in het projectteam (zie ook Gelijkwaardigheid bij Wat werkte goed). Waar het in een begeleidingsrelatie als helpend of als standaard wordt gezien om als begeleider niet te veel over je privésituatie te delen, kan het in een team met gelijkwaardige samenwerking juist waardevol zijn om wel iets over jezelf te delen. Dit stelde deelnemende begeleiders voor een dilemma: konden deze twee verschillende verhoudingen en opstellingen naast elkaar bestaan? 

Grote plan in beeld

Het project was gestart vanuit een subsidieaanvraag, en een projectplan. Dit plan gaf aanwijzingen en kaders voor de teams, om binnen die kaders hun eigen plan te maken. Het bleek ingewikkeld om te bepalen in hoeverre het mogelijk was om ervaringsdeskundigen mee te nemen in de grote kaders van het project. Enerzijds kon het stimulerend zijn om samen ook aan een groter doel te werken. Een visuele weergave van het grote doel van het project en de samenhang tussen de acties en het grote doel, hielp daarbij. Anderzijds hielp het niet, omdat deze grote kaders te abstract waren en voor onduidelijkheid zorgden. Wat goed werkte was om de energie van de ervaringsdeskundigen te volgen en hen vrijheid te geven in hun acties. Dit remde je juist af als je deze moest toetsen aan een abstract groot plan. 

Tijdelijke betrokkenheid

De ervaringsdeskundigen hebben zich met veel energie ingezet voor dit project. Hun betrokkenheid was groot en ze ontleenden ook betekenis aan hun rol in het projectteam. Een aantal teamleden hadden er moeite mee dat deze rol eindig zou zijn, omdat het een project met eindige financiering betrof. Tijdens het project hebben teams daarom contact gezocht met interne organisatieonderdelen die werken met ervaringsdeskundigen, in de hoop dat de inzet en betrokkenheid van ervaringsdeskundigen, en de betekenis die dit voor ervaringsdeskundigen kreeg, hier na het project voortgezet kon worden.

Samenwerking

De drie projectteams bestonden uit een projectleider, een of meer begeleiders, die ook de training motiverende gespreksvoering hadden gevolgd en een cliënt met een verstandelijke beperking. Een adviseur-onderzoeker van Vilans begeleidde de teams. Het werken in die samenstelling was voor alle organisaties nieuw. Elk team heeft gezocht naar en geleerd over manieren om deze samenwerking vorm te geven.

Talenten

Aansluiten betekent ook aansluiten bij de kwaliteiten van de verschillende teamleden. In een van de teams hielp het om een sessie te houden over ieders talenten en kwaliteiten. Daarna wisten de teamleden van elkaar wat ze leuk vonden en waar ze goed in waren. Daar konden ze als team weer verder mee, door er bijvoorbeeld acties aan te koppelen.

Verschillende petten

Een team ontdekte dat de bestaande begeleider-cliënt verhouding niet getransporteerd kon worden naar de teamoverleggen. Zowel begeleider als cliënt moesten ‘een andere pet opzetten’. Bij aanvang van het project stonden de ervaringsdeskundigen als het ware op een voetstuk, met hun bijdrage als centraal deel van het overleg. Later werden de bijdragen van de verschillende deelnemers meer gelijk en allemaal gelijkwaardig bijdragend aan het doel van de sessie.

Deel deze pagina via: