Stel je vraag aan
onze AI-assistent
Naar hoofdinhoud Naar footer

Aanpak ernstige en aanhoudende zelfverwonding bij EVB

Gepubliceerd op: 17-01-2025

Deze aanpak is een handreiking om ernstige en aanhoudende zelfverwonding bij mensen met EVB te begrijpen en te verminderen. Het betreft zowel de inhoudelijke kennis over zelfverwondend gedrag als de methodische aanpak.

Het doel van deze methode is door middel van een idiografische theorie en interventieaanpak, het zelfverwondende gedrag te verminderen. Ook is het doel om de kwaliteit van leven van mensen met een beperking te verbeteren. 

Doelgroep 

De methode gebruik je bij mensen met een matige of ernstig verstandelijke beperking met probleemgedrag. Je gebruikt de methode in situaties waarbij er sprake is van  aanhoudende en ernstige zelfverwonding. Of in situaties waarin eigenlijk alles al geprobeerd is en de zelfverwonding blijft bestaan.

Beschrijving methode

Na de intake wordt een diagnostisch kernteam samengesteld dat interdisciplinair samenwerkt om zicht te krijgen op het ontstaan en bestaan van het zelfverwondende gedrag. Zij maken samen een idiografische theorie waarmee in kaart wordt gebracht welke factoren van invloed zijn op de zelfverwonding. Op basis daarvan worden interventies uitgevoerd en geëvalueerd. De methode wordt cyclisch uitgevoerd: als de zelfverwonding niet voldoende verminderd is, kan bijvoorbeeld de idiografische theorie bijgesteld worden.

Tijdsinvestering en materiaal

De e-learning zelfverwondend gedrag kost ongeveer 6-8 uur. Het uitvoeren van de methode in de praktijk duurt minimaal een jaar. Het gaat hier immers om een manier van interveniëren bij een zeer hardnekkig probleem. 

Er zijn verschillende materialen beschikbaar zoals een e-learning, boek en voorbeeldcasuïstiek: leren van casussen, documentaires, artikelen en websites.

Wie kunnen met deze methode werken?

Gedragswetenschappers, artsen VG en psychiaters. Het team van begeleiders is betrokken bij de uitvoering van de interventies. Alle andere betrokkenen bij de client met zelfverwondend gedrag (ouders, wettelijk vertegenwoordigers, paramedici). Belangrijk is wel dat deze methode gezamenlijk wordt uitgevoerd door alle betrokkenen. De methode is niet bedoeld om individueel toe te passen. De methode is interdisciplinair dus er zijn meerdere professionals van verschillende disciplines en achtergrond.

Casus cliënt EVB+ 

Mila haalt eten op uit haar maag (ze rumineert) en spuugt dat naar begeleiders. Het CCE sluit met consulenten  Arts VG, kinderpsychiater en gedragsdeskundige aan bij ouders en het begeleidingsteam van de dagbesteding. Het Diagnostisch Kern Team geeft sturing aan de begeleiders in de dagelijkse praktijk. Met elkaar worden alle factoren verzameld die het gedrag van Mila veroorzaken, in stand houden of verminderen. Dit wordt in een schema gezet en er wordt een idiografische theorie geschreven, een theorie over het gedrag. Op basis daarvan wordt met elkaar bepaald wat, wanneer, door wie en hoe lang iets kan worden uitgeprobeerd. Dit wordt beschreven in een interventieplan. Dit geeft het team houvast om systematisch gedrag te beïnvloeden. Een interventie is om aan te sluiten bij de jonge emotionele behoefte van Mila en haar vaker op schoot te nemen en schootspelletjes met haar te doen. Mila is een heel gevoelig meisje, kan de sensorische informatieverwerking in kaart gebracht worden?

Onderbouwing bruikbaarheid

Praktijkkennis en onderzoekskennis.

Beoordeling

Meer informatie over de beoordeling van de methode vind je op de website van het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE). 

Bronnen

Meer informatie over de methode vind je op de website van CCE. Kun je het antwoord op je vraag niet vinden op de website? Dan kun je contact opnemen met Peter Koedoot via het mailadres: peterkoedoot@cce.nl.

Deel deze pagina via:

Soort

  • Methode
  • Leidraad
  • E-learning
  • Handreiking