Infographic: Probleemgedrag bij volwassenen met een verstandelijke beperking
Gepubliceerd op: 13-12-2021
De multidisciplinaire richtlijn ‘Probleemgedrag bij volwassenen met een verstandelijke beperking’ biedt ondersteuning in het herkennen van probleemgedrag en het zoeken naar de oorzaken ervan. Kennisplein Gehandicaptensector sprak erover met prof. dr. Petri Embregts, voorzitter van de werkgroep die de richtlijn heeft ontwikkeld en dr. Marieke Kroezen, projectleider vanuit Erasmus MC.
Probleemgedrag verklaren
Agressief gedrag, somberheid of teruggetrokken gedrag van een persoon die altijd enthousiast meedeed aan sociale activiteiten zijn een aantal voorbeelden van probleemgedrag. Als je werkt met mensen met een verstandelijke beperking dan maak je dit regelmatig mee. ‘Het vinden van de oorzaken is belangrijk zodat we de omgang en eventuele behandeling daarop af kunnen stemmen.’ vertelt Petri Embregts. ‘Probleemgedrag is vaak een uiting van lijden met één of meer onderliggende oorzaken. Het ontstaat vaak in interactie met de omgeving. Iemand heeft pijn of voelt zich onbegrepen of bedreigd en kent geen andere manier om dat kenbaar te maken of krijgt daar niet de gelegenheid voor.’
Verminderen lijden en last
‘Begeleiders die geconfronteerd worden met probleemgedrag en ondersteuning willen bij het zoeken naar de oorzaken, kunnen terugvallen op de richtlijn en de aanbevelingen,’ vertelt Marieke Kroezen. ‘De richtlijn bestaat uit verschillende modules en biedt handvatten om te handelen en geeft aanbevelingen over beeldvorming en voor behandeling’. Petri vult aan: ‘Een goede en systematische aanpak verhoogt de kans op verbetering vande kwaliteit van leven, ook van de naastbetrokkenen. Dit zal hun last en lijden verminderen.’
Luisteren naar de doelgroep
De richtlijn is gebaseerd op praktijk-, ervarings- en wetenschappelijke kennis. De projectgroep heeft wetenschappelijk bewijs verzameld en in kaart gebracht welke interventies en methoden organisaties op dit moment gebruiken bij probleemgedrag. Verschillende begeleiders, cliënten en familieleden hebben meegedaan aan vragenlijstonderzoek, interviews en focusgroepen. Petri: ‘Mensen met een verstandelijke beperking blijken vaak een duidelijke mening te hebben over de manier waarop ze benaderd willen worden en welke factoren een rol spelen bij het ontstaan en in stand houden van probleemgedrag. Ze ervaren bijvoorbeeld te weinig structuur gedurende de dag.’
Oorzaken blijven zoeken
De richtlijn benadrukt dat we probleemgedrag nooit als ‘normaal’ mogen beschouwen, ook niet wanneer het probleemgedrag al jaren aanhoudt. ‘Het is van belang dat alle betrokkenen naar verbetering streven en blijven zoeken naar oorzaken en verbetermogelijkheden waarbij de kwaliteit van leven voor de persoon zelf en zijn of haar omgeving centraal staat.’
Infographic
Hang de infographic zichtbaar op in bijvoorbeeld een teamruimte. Hiermee prikkel je ook collega’s om naar de richtlijn te kijken! Download de infographic onderaan de pagina.
‘We wilden de richtlijn zo handzaam en bruikbaar mogelijk maken voor de praktijk. Naast een stroomschema en een beknopte samenvatting hebben we daarom ook een infographic ontwikkeld samen met Vilans.’ vertelt Marieke. ‘De infographic geeft in een aantal stappen overzichtelijk weer waar de richtlijn op in gaat. Als begeleiders over een specifieke stap meer willen weten, kunnen ze vervolgens de samenvatting of de richtlijn er makkelijk zelf erbij pakken.’
Tips voor de praktijk
Marieke Kroezen: 'Ik zou iedereen aan willen raden de richtlijn eens te bekijken. En daarmee bedoel ik niet dat elke begeleider iedere letter van de richtlijn moet lezen, dat is ook niet realistisch. Maar ik denk dat het goed zou zijn wanneer begeleiders en andere zorgverleners weten dat de richtlijn er is en wat ze erin kunnen vinden. Dat ze zich hier bewust van zijn. Mochten ze zich dan geconfronteerd zien met probleemgedrag en daar ondersteuning bij willen, dan kunnen ze terugvallen op de richtlijn en de aanbevelingen die daarin gedaan worden.'
Richtlijn
De volledige richtlijn bestaat uit vier modules.
- Module 1 – omschrijft de beeldvorming van probleemgedrag.
- Module 2 – omschrijft de begeleiding en behandeling van probleemgedrag.
- Module 3 – omschrijft het proces van medicijngebruik bij probleemgedrag.
- Module 4 - omschrijft de invloed van de organisatie van zorg op het inhoudelijke zorgproces van probleemgedrag.
Over de geïnterviewden
- Prof. dr. Petri Embregts is hoogleraar en geeft leiding aan de Academische Werkplaats ‘Leven met een verstandelijke beperking’, Tranzo, Tilburg University, waar zowel wetenschappelijke kennis als professionele en ervaringskennis belangrijke bronnen van input vormen voor nieuwe onderzoeksactiviteiten en innovaties. Petri was voorzitter van de werkgroep die de richtlijn ontwikkelde. In de werkgroep zaten vertegenwoordigers van 12 beroepsverenigingen en 2 belangenverenigingen voor mensen met een verstandelijke beperking.
- Dr. Marieke Kroezen is senior onderzoeker en coördinator bij de Academische Werkplaats ‘Leven met een verstandelijke beperking’, Tranzo, Tilburg University. Zij was als projectleider - toen nog vanuit het Erasmus MC - bij de ontwikkeling van de richtlijn betrokken.
Downloads