Naar hoofdinhoud Naar footer

FAQ geheimhouding en privacy

Gepubliceerd op: 12-08-2021

Laatst bijgewerkt op: 15-02-2024

Wat zijn de veelgestelde vragen als het gaat om het thema medisch beroepsgeheim en privacy of beroepsgeheim in relatie tot politie en justitie? Bekijk hieronder een overzicht van deze vragen. Soms zijn meerdere vragen bij elkaar geplaatst voor een zo goed mogelijk overzicht. Deze FAQ's zijn niet volledig.

Medisch beroepsgeheim en privacy

Waar vind ik informatie over de bescherming van persoonsgegevens van mensen met een beperking?

Download de pdf Handreiking privacy VGN onderaan. Dit is een handreiking over de bescherming van persoonsgegevens van mensen in de gehandicaptensector. 

Wat is het medisch beroepsgeheim?

Het medisch beroepsgeheim is een geheimhoudingsplicht. 

Een cliënt moet erop kunnen vertrouwen dat alles wat hij bespreekt met zijn hulpverlener geheim blijft, dat dit geheim niet doorbroken wordt. Een hulpverlener mag geen informatie aan anderen over de cliënt geven.

Zijn er uitzonderingen op de geheimhoudingsplicht?

Ja.

  1. Als de cliënt of zijn vertegenwoordiger toestemming aan de hulpverlener toestemming geeft dat informatie over hem mag worden gegeven.
  2. Als een wet bepaald dat een hulpverlener informatie over de cliënt moet verstrekken.  
  3. Als de hulpverlener in een conflict van plichten raakt. Dan ontstaat er een botsing tussen de geheimhoudingsplicht en de plicht om ernstige schade bij de cliënt of anderen te voorkomen. Zie verder FAQ’s over conflict van plichten.

Welke informatie mag gedeeld worden en met wie?

Een hulpverlener mag informatie over een cliënt delen aan personen die rechtstreeks bij de behandeling/begeleiding van deze cliënt zijn betrokken. Dit geldt ook voor de vervangers van de hulpverlener. Toestemming hiervoor van de cliënt is niet nodig. 

Het gaat hierbij alleen om informatie die de medewerker nodig heeft voor zijn/haar taak in de zorg. Als voorbeeld: de fysiotherapeut heeft maar een deel van de informatie uit het dossier nodig en heeft geen recht op meer dan dat.

Daarnaast mag de hulpverlener ook zonder toestemming van de cliënt informatie over hem verstrekken aan de vertegenwoordigers van de cliënt. Dit geldt alleen als de cliënt wilsonbekwaam ter zake is. De wilsbekwame cliënt moet wel toestemming geven aan de vertegenwoordiger.

Ouders/vertegenwoordigers van kinderen tot 12 jaar mogen het dossier van hun kind altijd inzien. Als een kind tussen 12 en 16 jaar oud is, kan het kind bezwaar maken voor het inzien van het dossier door de ouders of vertegenwoordiger. Door de zorgverlener moet vervolgens beoordeeld worden of het kind daarover kan beslissen (wilsbekwaamheid). 

Aan anderen dan de vertegenwoordiger mag geen informatie worden gegeven zonder toestemming van de cliënt of bij wilsonbekwaamheid ter zake zijn vertegenwoordiger. 

Aandachtspunt: 

De informatie die, zonder toestemming, mag worden gedeeld moet wel te maken hebben met de behandeling/begeleiding van die cliënt. Informatie die daar geen betrekking op heeft mag pas worden gedeeld met anderen na toestemming van de cliënt of bij wilsonbekwaamheid ter zake van de cliënt, zijn vertegenwoordiger.

Mogen gegevens worden verstrekt aan een nieuwe, andere Arts Verstandelijk Gehandicapten van een cliënt? 

a.    cliënt verhuist naar andere zorginstelling en krijgt daar een nieuwe arts 

Dan zal overdracht van het cliëntendossier plaatsvinden. Voor de overdracht van het cliëntendossier aan een nieuwe arts (opvolger) heeft de huidige arts (hulpverlener) eerst de schriftelijke toestemming nodig van de cliënt. De zorg- en dienstverleningsovereenkomst met de instelling wordt namelijk beëindigd en de cliënt gaat verblijven of ondersteuning ontvangen in een andere instelling. Het cliëntdossier mag dan niet zonder toestemming van de cliënt aan die andere instelling of de daar werkzame arts worden overgedragen.

b.    binnen dezelfde zorginstelling komt een nieuwe arts werken

Voor de overdracht van een cliëntendossier aan een opvolger binnen dezelfde zorginstelling heeft de arts (hulpverlener) geen schriftelijke toestemming nodig van de cliënt. De hulpverlening door deze arts maakt al deel uit van de zorg- en dienstverleningsovereenkomst die de cliënt met de zorginstelling heeft gesloten. Aan de zorg- en dienstverleningsovereenkomst verandert juridisch geziens niets, deze wordt met de cliënt voortgezet. Daarom is toestemming van cliënt niet nodig.

Cliënt wil niet dat er informatie wordt gedeeld in samenwerkingsverbanden tussen zorgverleners. Moeten wij dit opvolgen? 

Op grond van de wet (Wgbo) mag informatie verstrekt worden aan degenen die rechtstreeks betrokken zijn bij de zorgverlening (behandeling) van de cliënt en degene die optreedt als vervanger van de hulpverlener. Deze informatie-uitwisseling vindt plaats binnen de behandelingsovereenkomst die de cliënt met de zorgverlener is aangegaan. In de gehandicaptenzorg de zorg- en dienstverleningsovereenkomst. Er mogen gegevens binnen samenwerkingsverbanden worden uitgewisseld als dit binnen het kader van die behandeling, zorg- en/of dienstverlening plaatsvindt.

Maar, als de cliënt dit niet wil dan dient de zorgverlener hiernaar te luisteren. Behalve als de hulpverlener vindt dat hij door het niet geven van deze informatie niet handelt als een goed hulpverlener.

Wanneer mag je informatie delen met derden/anderen over cliënten? Wanneer mag het wel en wanneer niet? Wanneer heb ik toestemming nodig? 

Er mag niet zonder toestemming van de cliënt of zijn vertegenwoordiger worden overlegd met anderen (derden) buiten de zorginstelling waar de cliënt gebruik van maakt. Je mag deze gegevens delen wanneer dit noodzakelijk is voor de uitvoering van de behandelovereenkomst of dit van vitaal belang is voor de cliënt. In alle andere gevallen zal toestemming gevraagd moeten worden.

Ouder met gezag vraagt inzage in dossier van gezinsbehandeling over zijn kind om informatie over ex-echtgenote te gebruiken in voogdijzaak. Wat kan ik delen met de ouder?

Een vertegenwoordiger, waaronder deze ouder, inzage in het dossier. Maar een hulpverlener hoeft deze inzage niet of slechts gedeeltelijk te verlenen als met het verlenen van deze informatie de persoonlijke levenssfeer van een ander dan de cliënt wordt geschaad. Daarvan is hier sprake, omdat de ouder inzage wil met als doel het verkrijgen van informatie over zijn ex-echtgenote om dit te gebruiken in een voogdijzaak. De hulpverlener dient voorafgaand aan de inzage te beoordelen welke informatie wel of niet gedeeld kan worden. 

Welke gegevens worden wel of niet doorgeven aan de belastingdienst? 

Een zorginstelling, een hulpverlener mag niet zomaar financiële gegevens verstrekken aan de belastingdienst. Dit moet met toestemming van de cliënt plaatsvinden als deze wilsbekwaam is. In het geval dat een cliënt een vertegenwoordiger heeft moet bij deze hiervoor toestemming worden gevraagd.

Mogen wij burgerservicenummers (BSN) verzamelen voor cliënten i.v.m. de koppeling Elektronisch Cliëntendossier (ECD)? 

Een zorgaanbieder mag op grond van de wet het BSN van een cliënt verwerken in de administratie van de zorginstelling. Met als doel te waarborgen dat de, in het kader van de zorgverlening te verwerken persoonsgegevens, ook op deze cliënt betrekking hebben. Het gebruik van BSN in de zorg is ingevoerd om fraude, maar ook fouten in de zorgverlening te voorkomen. 

Het BSN mag dan ook worden gekoppeld aan het ECD van de zorginstelling waar de cliënt zorg ontvangt, hiervoor is geen toestemming van de cliënt nodig.

Toestemming van de cliënt is wel nodig als gegevens van een cliënt elektronisch worden uitgewisseld met andere zorginstellingen en/of hulpverleners en de ECD’s die zij gebruiken. 

Voor een nieuwe indicatie wil de gemeente inzage in het zorgplan. Mag dat?

In een zorgplan staan de afspraken die gemaakt worden tussen de cliënt en zorgaanbieder over de invulling van de zorg. Die zorg moet passen bij de situatie en behoeften van cliënt. Door het maken van een zorgplan wordt helder wat cliënt van de zorgaanbieder kan verwachten. 

De gemeente krijgt gegevens om de juiste ondersteuning te kunnen regelen per cliënt via het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en de zorgkantoren; deze leveren een selectie van de indicatie en declaratiegegevens. Hiervoor is geen toestemming vereist van cliënt/vertegenwoordiger. De gemeente kan, na het ontvangen van de cliëntgegevens, contact opnemen met de betreffende cliënt om bijvoorbeeld te praten over de ondersteuning. De gemeente heeft geen inzage in (medische) dossiers. 

Mocht het zo zijn dat deze gegevens nodig zijn voor een goede beoordeling van de ondersteuningsbehoefte, dan zal de gemeente de betrokkene zelf vragen die gegevens aan te leveren. Medische gegevens mogen door een zorginstelling niet zonder toestemming van cliënt of vertegenwoordiger gedeeld worden met de gemeente. Het is ook mogelijk dat de gemeente inzage krijgt in het dossier als dit voor de aanvraag voor hulp belangrijk (noodzakelijk) is, ook dit is na toestemming van de cliënt of vertegenwoordiger.

Moeten wij meewerken aan dossiercontrole door de gemeente? 

De gemeente is op grond van de Wet Maatschappelijke ondersteuning (Wmo) bevoegd tot inzage van cliëntdossiers. De gemeente kan een dossiercontrole doen om de financiële rechtmatigheid van de geleverde zorg (productie) te bepalen voor de accountantscontrole. In geval van begeleiding mag gecontroleerd worden op:

  • Aanwezigheid van geldige legitimatie;
  • Tijdige aanmelding;
  • Zorgovereenkomst getekend en geldig;
  • Getekende documenten t.a.v. de inzage en overdracht van het dossier;
  • Getekend cliëntplan niet ouder dan een jaar en aansluitend op de voorgaande of een tussentijdse evaluatiedatum;
  • Vastgestelde onderdelen van een cliëntplan op aanwezigheid en vastgesteld waardoor ze niet meer aan te passen zijn.
  • Aanwezigheid van een geldige legitimatie;
  • Tijdige aanmelding;
  • Zorgovereenkomst getekend en geldig;
  • Getekende documenten t.a.v. de inzage en overdracht van het dossier;
  • Getekend cliëntplan niet ouder dan een jaar en aansluitend op de voorgaande of een tussentijdse evaluatiedatum;
  • Vastgestelde onderdelen van een cliëntplan op aanwezigheid en vastgesteld, waardoor ze niet meer aan te passen zijn;
  • Een bewijs, waaruit blijkt dat er dagbesteding wordt geleverd een onderdeel van beschermd wonen tarief. Als onderdeel van het cliëntplan of als apart getekend formulier.

In geval van beschermd wonen mag gecontroleerd worden op:

Mag een financier toegang hebben tot de dossiers van mijn cliënten?

Nee. Persoonsgegevens gekoppeld aan een diagnose of behandelplan kunnen niet zondermeer worden gedeeld. Als het delen toch nodig is, bijvoorbeeld voor het toekennen van vergoedingen, dan moet worden voldaan aan wettelijke regels. De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) maakt dat dan mogelijk. (Bron: BPSW)

Wat zegt die AVG over het verstrekken van gegevens?

Volgens de AVG mogen persoonsgegevens alleen aan derden worden verstrekt met toestemming van de cliënt. Dit geldt ook voor gegevens voor de registratie en verantwoording aan de subsidieverstrekker. De verwerking van de persoonsgegevens moet altijd verenigbaar zijn met de doeleinden waarvoor ze zijn verkregen.

Volgens de AVG mogen persoonsgegevens alleen aan derden worden verstrekt wanneer hiervoor een van de 6 grondslagen aanwezig is die de AVG kent. Dit geldt ook voor gegevens voor de registratie en verantwoording aan de subsidieverstrekker. De verwerking van de persoonsgegevens moet altijd verenigbaar zijn met de doeleinden waarvoor ze zijn verkregen. Bron: Ga naar Rijksoverheid.nl

Mogen er persoonsgegevens staan in de overzichten die we in de computer hebben?

Vaak worden in de computer overzichten gemaakt over de zorg die verleend wordt, bijvoorbeeld over aantallen cliënten, de gemiddelde plaatsingsduur, de gemiddelde leeftijd en dergelijke. Daar mogen nooit de persoonlijke gegevens van cliënten bij staan. (Bron: Ga naar BPSW.nl

Ja, als je maar gebruik kan maken van een van de 6 grondslagen en voldoet aan de beginselen van de AVG. Een van de beginselen van de AVG is dataminimalisatie (art 5 lid 1 onder C). Dit betekent dat je geen persoonsgegevens mag verwerken wanneer je hetzelfde doel kan bereiken zonder persoonsgegevens. Hierop is een uitzondering namelijk met toestemming van de betrokkene.

Beroepsgeheim in relatie tot politie en justitie

Moet ik als hulpverlener medewerking verlenen aan informatieverzoeken/vragen van politie of justitie? 

Nee, artsen, verpleegkundigen, persoonlijk begeleiders hebben het zogeheten verschoningsrecht. Een juridische term die in beeld komt op het moment dat politie of justitie vragen wil stellen aan een zorginstelling of aan een hulpverlener over een cliënt.

Wat is een verschoningsrecht precies?

Een arts, verpleegkundige, persoonlijk begeleider hoeft dan uit hoofde van zijn beroep geen vragen van politie en de rechter(-commissaris) over een cliënt te beantwoorden als deze persoon daarmee in conflict komt met zijn medisch beroepsgeheim. Ter vergelijking. Advocaten hebben ook een verschoningsrecht voor hun cliënten. Een persoon die het verschoningsrecht heeft, wordt verschoningsgerechtigde genoemd. Iemand die niet verschoningsgerechtigd is, is verplicht om op alle vragen een antwoord te geven.

Heeft een persoonlijk begeleider ook zo'n verschoningsrecht? Op grond waarvan? 

In de gehandicaptensector kunnen we ervan uitgaan dat een Arts Verstandelijk Gehandicapten (AVG) een primair verschoningsrecht heeft. Personen (bijvoorbeeld een persoonlijk begeleider) die nauw met de AVG samenwerken en beschikken over informatie die onder het verschoningsrecht valt kunnen zich beroepen op een afgeleid verschoningsrecht; afgeleid van het recht van de geheimhouder/verschoningsgerechtigde met wie zij samenwerken.

Deze secundair gerechtigde moet zelf zijn beslissing nemen of hij zich op dit afgeleid recht wil beroepen, de primair gerechtigde heeft daar geen invloed op en mag bijvoorbeeld niet dreigen met ontslag. 

Aandachtspunt: als er geen AVG verbonden is aan de zorginstelling dan kan een begeleider zich niet beroepen op het (afgeleide) verschoningsrecht. 

Kan de zorginstelling een beroep doen op het verschoningsrecht?

Nee, dat kan alleen een natuurlijk persoon en niet een zorginstelling als rechtspersoon. Maar de Raad van Bestuur of een bestuurder als natuurlijk persoon kunnen dat wel. 

Hoe en wanneer zeg ik dat ik een beroep op mijn verschoningsrecht wil doen?

Op het moment dat politie/justitie om informatie over een cliënt vraagt en de Arts Verstandelijk Gehandicapten (AVG) of persoonlijk begeleider wil daaraan geen gehoor geven vanwege het verschoningsrecht, dan is het voor de helderheid naar politie goed duidelijk en expliciet te zeggen dat men zich beroept op het verschoningsrecht. Dit is duidelijker voor de politie dan te zeggen dat men zich beroept op het medisch beroepsgeheim.

Kan ik het verschoningsrecht per vraag inzetten?

Ja, per vraag kan de zorgverlener beoordelen of hij wel of niet een beroep doet op het verschoningsrecht.

Ik heb een (afgeleid) verschoningsrecht, maar ik twijfel om toch mondeling informatie over een cliënt aan de politie door te geven. Mag dat? 

Ja, maar niet zomaar. Dan dient een afweging plaats te vinden op grond van het principe ‘conflict van plichten’; dit is een element verboden aan het medisch beroepsgeheim. Er kunnen altijd omstandigheden spelen die maken dat het doorbreken van het medisch beroepsgeheim noodzakelijk is om een belang te dienen dat zwaarder weegt dan het belang van de cliënt. Bijvoorbeeld maatschappelijke belangen zoals veiligheid, volksgezondheid en mensenrechten. Deze maatschappelijke belangen zouden kunnen botsen met het individuele belang van een cliënt en zouden daarom reden kunnen zijn voor de hulpverlener om het medisch beroepsgeheim te doorbreken. 

Op welke gronden mag het medisch beroepsgeheim op grond van conflict van plichten worden doorbroken?

Om het medisch beroepsgeheim op grond van conflict van plichten te kunnen doorbreken, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan:

  1. de hulpverlener moet proberen om eerst toestemming van de cliënt (of vertegenwoordiger) te krijgen; 
  2. het niet doorbreken van het geheim levert ernstige schade op voor een ander; 
  3. er is echt geen andere manier om het probleem op te lossen (subsidiariteitsbeginsel); 
  4. de zorgverlener is in gewetensnood; 
  5. het doorbreken van het geheim voorkomt of beperkt de schade voor de ander; 
  6. het geheim moet zo min mogelijk worden geschonden, verstrek alleen die informatie die relevant / noodzakelijk is (proportionaliteitsbeginsel).

Het medisch beroepsgeheim op grond van het conflict van plichten kan pas worden doorbroken als aan al deze voorwaarden is voldaan. De vraag die de zorgverlener zich bij het ontstaan van een conflict van plichten altijd moet stellen is: ‘hoe kan ik door zo min mogelijk inbreuk te maken op de geheimhoudingsplicht, het beoogde resultaat bereiken?’ 

Is een strafbaar feit door een cliënt een reden om op grond van conflict van plichten mijn beroepsgeheim te doorbreken in het geval politie erom vraagt?

Ja, dat kan een reden zijn. Op het moment dat sprake is van (een vermoeden van) strafbare feiten door een cliënt en de politie vraagt bij de zorginstelling om cliëntgegevens kan de zorgverlener, ondanks het feit dat hij niet hoeft te antwoorden (het verschoningsrecht), toch besluiten de informatie te geven. De zorgverlener zal dan op grond van de ‘conflict van plichten’ zijn beroepsgeheim doorbreken. Ook als de politie er niet om vraagt kan de hulpverlener op grond van conflict van plichten zijn medisch beroepsgeheim doorbreken bij (een vermoeden van) strafbare feiten.

Het maakt bij deze afweging niet uit of de cliënt in een zorginstelling verblijft of in zijn thuissituatie zorg van de instelling ontvangt.

Heb ik een aangifteplicht als ik weet dat een cliënt die in een zorginstelling verblijft een strafbaar feit heeft gepleegd? 

Nee, werkt er een primair of secundaire verschoningsgerechtigde in de zorginstelling dan is men niet verplicht aangifte te doen, maar mag het wel! Op grond van conflict van plichten kan het beroepsgeheim worden doorbroken.

Let op: Is er geen verschoningsgerechtigde in de instelling dan is men verplicht om aangifte te doen bij tegen het leven gerichte misdrijven zoals moord en doodslag en voor verkrachting en ontvoering, misdrijven tegen de veiligheid van de staat en bepaalde misdrijven tegen de koninklijke waardigheid.

Mag ik informatie aan de politie verstrekken over een ambulante cliënt als ik iets ontoelaatbaars in de thuissituatie opmerk?

In het geval ambulante begeleiders bij cliënten thuis iets zien of opmerken over belastingontduiking, diefstal of heling geldt geen aangifteplicht. Wél bij de aanwezigheid van wapens. Stel, een kind wordt behandeld in aanwezigheid van een wapen in huis of drugs, dan is actie richting Veilig Thuis op zijn plaats. Veilig Thuis regelt het dan verder. Ook hier dient de afweging te worden gemaakt of er direct gevaar bestaat. Zo wordt de aanwezigheid van wiet minder zwaar geacht dan de aanwezigheid van XTC-pillen. 

Cliënt heeft thuis een wietplantage, moet ik dat doorgeven aan de politie?

De ambulante medewerker betrapt de cliënt in feite op het plegen van een strafbaar feit, maar deze constatering valt onder het beroepsgeheim. Normaal gesproken zou de drugs veiliggesteld moeten worden door deze mee te nemen en te overhandigen aan de politie, of hen op de aanwezigheid ervan te attenderen. Bij deze afgifte mag echter niets bekend gemaakt worden over de identiteit van de cliënt. Wanneer het gaat om een wietplantage kan deze moeilijk door de ambulante medewerker worden overhandigd aan de politie. Ook kan de politie niet op de plantage worden geattendeerd zonder de identiteit van de cliënt bekend te maken. De enkele mogelijkheid voor de medewerker is om de cliënt te attenderen op het feit dat hij een strafbaar feit pleegt. 

Alleen indien sprake is van een (vermoeden van een) ernstig misdrijf waardoor een noodsituatie en dus een conflict van plichten ontstaat, dan wel gevaar voor de eigen of andermans veiligheid aanwezig is, is het doorbreken van het beroepsgeheim gerechtvaardigd. 

Wat als een begeleider ter ore komt dat een cliënt die verblijft in een zorginstelling een wapen in zijn bezit heeft, dient dan aangifte gedaan te worden? 

In een dergelijk geval verkeert de zorgverlener in een conflict van plichten. Aangifte of melding bij de politie is de aangewezen weg om het probleem op te lossen. In dat geval kan aanhouding met inbeslagneming van het wapen aan de orde zijn. Wanneer een zorgverlener een wapen vindt, bestaat de plicht tot afgifte van het wapen aan de politie. Om het beroepsgeheim zo min mogelijk te schenden, wordt daarbij de herkomst van het wapen niet vermeld. Daarnaast bestaat de mogelijkheid tot afgifte van het wapen in combinatie met het doen van aangifte, waarbij de identiteit dus wel wordt vrijgegeven. 

Vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling? Doorgeven aan Veilig Thuis of Raad voor Kinderbescherming?

Hulpverleners hebben een wettelijk meldrecht bij vermoedens van kindermishandeling. Dus geen meldplicht.

Dit meldrecht geeft hulp- en zorgverleners, ondanks hun beroepsgeheim, het recht om zonder toestemming van de cliënt of zijn ouders, een melding te doen van vermoedens van kindermishandeling bij ‘Veilig thuis’ (steunpunt Advies en meldpunt Huiselijke geweld en kindermishandeling (AHMK)). 

In crisissituaties kan direct de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) worden ingeschakeld. Hulp- en zorgverleners hebben ook het recht om, zo nodig zonder toestemming van de cliënt of zijn ouders, informatie aan de RvdK te verstrekken, als de RvdK daar in het kader van een onderzoek om vraagt. 

Is een zorgaanbieder verplicht een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling te hebben?

Ja, in de Wet Verplichte meldcode staat dat organisaties en professionals in zes sectoren een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling moeten hebben. Dit betreft de sectoren gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en justitie. 

Moet een zorginstelling/hulpverlener medewerking verlenen aan een informatieverzoek over een cliënt afkomstig van een advocaat? 

Nee, informatie/gegevens over een cliënt mogen niet aan anderen worden gedeeld zonder toestemming van de cliënt of zijn vertegenwoordiger . Ook als het de advocaat van de cliënt of vertegenwoordiger zelf betreft. 

Als in de brief van de advocaat staat, of op een andere manier blijkt dat de cliënt of de vertegenwoordiger toestemming hebben verleend dan kan de hulpverlener tot afgifte van de informatie overgaan. Daarbij hoeft de hulpverlener nog steeds niet alle gevraagde informatie te verlenen: 

  • bevindt zich in het dossier informatie die het belang van een ander dan de cliënt schaadt dan hoeft deze informatie niet te worden verstrekt. 
  • en daarnaast hoeft de hulpverlener geen informatie of inzage of afschrift van gegevens te verstrekken als hij hierbij niet geacht kan worden de zorg van een goed hulpverlener in acht te nemen. 

Conflict van plichten

Wat betekent conflict van plichten? 

Het betekent het conflict, de botsing tussen je plicht tot geheimhouding versus de plicht om ernstige schade voor een cliënt of anderen te voorkomen.

Hoe handel ik bij geval van een conflict van plichten?

Eerst dienen de volgende criteria te worden beoordeeld:

  • Is alles geprobeerd om toestemming te krijgen?
  • Als het beroepsgeheim niet worden doorbroken, ontstaat er dan ernstige schade?
  • Is er gewetensnood ontstaan door de ernst van de situatie?
  • Is er geen andere manier om ernstige schade te voorkomen?
  • Zal het doorbreken van het beroepsgeheim redelijkerwijs leiden tot het voorkomen of beperken van ernstige schade?

Advies: Aan alle criteria moet zijn voldaan. Leg de afwegingen vast in het dossier.   Raadpleeg anderen (collega’s, leidinggevende). Leg de casus anoniem om helder te krijgen of het wel een conflict van plichten en welke stappen je kunt/moet zetten en waarom. Leg de afwegingen vast in het dossier. Als aan alle criteria is voldaan dan mag het beroepsgeheim zo min mogelijk worden geschonden. Beantwoord voor je zelf de vraag: welke informatie is nu echt nodig om te delen en aan wie (betreft het iemand die daadwerkelijk iets aan de situatie kan doen).

Deel deze pagina via:

Stel je vraag aan

Soort

Handreiking

Soort kennis

Ervaring

Taal

Nederlands